-118- Spreker wil vervolgens een ordevoorstel doen met betrekking tot punt F (verzoek van het Nederlands Comité redt het ongeboren kind). Dit houdt in dat het punt van de agenda wordt afgevoerd onder voorstel van burge meester en wethouders, zodat het niet in behandeling wordt genomen. Dit mede gelet op de uitspraak van de meerderheid van de commissie onderwijs en welzijnszorg. Terzake punt H3 merkt hij op dat het daarin genoemde verslag van de vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening van 25 september j.l. in de map vertrouwelijke stukken" lag en dat het verslag van de vergadering van 23 oktober niet ter inzage lag terwijl het in agendapunt 9 wel wordt aangehaald. Dit bevreemdt hem omdat in het verleden is toegezegd dat verslagen van de commissie Ruimtelijke Ordening,ook al waren deze nog niet vastgesteld, toch in de raadsstukken zouden worden opgenomen. Ten aanzien van punt H5 houdende mededeling van inwerkingtreding van wijziging van het inrichtingenbesluit wet inzake de luchtverontreiniging informeert spreker naar de stand van zaken betreffende de revisievergunning van de Suikerfabriek. Het lid SCHIPPER ondersteunt de opmerkingen van het lid Makkink ten aanzien van punt B14 met betrekking tot punt G houdende afschrift van een brief van bewo ners van de Driehoefijzersstraat aan rijkswaterstaat inzake de verkeerssituatie, vraagt hij of het college deze brief bij rijkswaterstaat wil ondersteunen. Het lid Mevr. KRIJNEN-BOOT vraagt met betrekking tot B14 of het college reeds een gedachte heeft ontwikkeld voor een tijdige inbreng van de gemeente in de ge noemde werkgroep. Aangaande punt E houdende brieven van C.N.V. en N.K.V. over uitbreiding van het aantal leden van het college voor verlening van bijstand, is zij van mening dat hierop nog niet gereageerd kan worden omdat deze zaak nog in de commissie ad hoe aan de orde moet komen. Terzake de brief van het comité redt het ongeboren'kind, genoemd onder punt P merkt zij op dat dit schrijven aan de raad is gericht zodat ook de raad moet be oordelen of dit punt van de agenda moet worden afgevoerd, zoals het lid Makkink voorstelt. Spreekster zegt ook begrepen te hebben dat burgemeester en wethouders -in zoverre de commissie is gevolgd— dat het voorstel om genoemd comité een sym— pathiebijdrage van f 100,te verlenen, is teruggenomen. Inzake punt B14 zegt de VOORZITTER dat het college Gedeputeerde Staten erop zal attenderen dat in de werkgroep provinciale indeling de belangen van de kleinere gemeenten niet voldoende tot uitdrukking komen. Voor wat betreft de inbreng van de gemeente in deze materie zegt hij dat begin december een notitie over dit onderwerp van het Stadsgewest verschijnt. Per raad zal gevraagd worden hierover de mening kenbaar te maken. Ten aanzien van de brieven van de vakverbonden, genoemd onder E, deelt hij mede dat deze zeker in de commissie ad hoe aan de orde komen. Met betrekking tot de suggestie van het lid Makkink om contact op te nemen met Gedeputeerde Staten over de indeling van Langeweg, genoemd onder punt A1 zegt spreker dat een zodanig verzoek gedaan zal worden, waarvan de gemeente Terheijden dan in kennis zal worden gesteld. Terzake de opmerking van het lid Makkink aangaande de verslagen van de commissie ruimtelijke ordening zegt hij dat de vergaderingen van deze commissie besloten zijn zodat de verslagen thuishoren in de map "vertrouwelijke stukken". Het lid MAKKINK merkt bij interruptie op dat in het verleden is toegezegd dat deze verslagen gewoon ter inzage zouden liggen. Zijns inziens heeft de raad daar toen mee ingestemd. De VOORZITTER antwoordt dat aan de hand van de notulen zal worden nagegaan wat de raad op dit punt heeft besloten. In afwachting van voorstellen van de com missie ad hoe zal dienovereenkomstig worden gehandeld.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1978 | | pagina 118