96
Wethouder Kamp antwoordt, dat daarover reeds gesprekken hebben plaats
gevonden met vertegenwoordigers van de wijkstichting in oprichting en het
sociaal kultureel werk. De taak van een ieder is daarbij onderwerp van gesprek
geweest. In grote lijnen werd overeenstemming bereikt. De verdere uitwerking
werd aan beide stichtingen overgelaten.
Met inachtneming van de opmerking van het lid mevrouw Krijnen-Boot
worden de notulen van de op 9 maart 1976 gehouden raadsvergadering verder
ongewijzigd vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Met betrekking tot de sportzaal Zevenbergschen Hoek merkt de voorzitter
op, dat inlichtingen het college hebben duidelijk gemaakt, dat de toekenning
van het subsidie een dermate waarschijnlijke en aannemelijke aangelegenheid
is, dat het bepaald onverstandig zou zijn om op dit moment over een alterna
tieve wijze van financieren te spreken.
Inzake punt C4 (eventuele mededelingen door de voorzitter met betrekking
tot de ontwikkeling van het industrieterrein Moerdijk) stelt de voorzitter,
dat na jaar onderhandelen de werken uit het tweede Biesbosch-bestek, het
ophogen van de terreinen met 13i miljoen kubieke meter zand, binnen de goed
gekeurde ramingen gegund zijn.
Naar aanleiding van punt H (motie gemeenteraad Hooge- en Lage Zwaluwe
over inkomsten uit nevenfuncties) stelt het lid Makkink, dat de partij van
de arbeid de intentie ervan kan ondersteunen. Voorgesteld wordt dan ook om
deze motie niet voor kennisgeving aan te nemen, maar om haar te onderschrij
ven.
Bij punt K (schrijven van de heer A.B.Reniers over de verkeersveiligheid
te Zevenbergschen Hoek) vraagt het lid Makkink naar de resultaten van het in
de correspondentie met de heer Reniers aangehaalde gesprek met rijkswater
staat en een comité uit Zevenbergschen Hoek.
Verder informeert spreker naar de samenstelling van het comité verkeers
veiligheid Zevenbergschen Hoek.
Onder punt L4 (verslagen portefeuillecommissies) haalt het lid Makkink
een opmerking aan uit het verslag van de vaste raadscommissie voor algemeen
financieel beheer, verkeer en openbare orde, gehouden op 1 april 1976.
Spreker citeert "Meerdere leden achten het gewenst samen met de gemeente
Terheijden stappen te ondernemen voor D.A.C.W.-subsidie voor een nieuwe gym-
voorziening te Langeweg." Het college geeft hierop als reactie, dat de aan
vrage om subsidie voor deze sportvoorziening op 21 april 1975 bij de D.A.C.W.
is ingediend. Spreker meent echter, dat hiermee geen antwoord is gegeven op
de vraag. Deze was immers om tot een gymnastiekvoorziening te komen in samen
werking met de gemeente Terheijden. Verwijzend naar de notulen van de afge
lopen begrotingsbehandeling, waarin met betrekking tot dit punt gesteld
wordt, dat zowel de nieuwe school als de sportzaal op het grondgebied van
Terheijden zullen worden gerealiseerd, verzoekt spreker om meer duidelijkheid
in deze. Immers, de gemeenteraad van Zevenbergen heeft op de top van zijn
prioriteitenlijst onder meer nog altijd staan de bouw van een sportzaal te
Langeweg. Spreker vraagt op welke wijze deze materie nu afgehandeld wordt en
of er nog een tweede uitspraak van de raad ter onderstreping van de noodzaak
om in Langeweg een sportzaal te bouwen, gewenst is.
De voorzitter antwoordt op de vraag om instemming te betuigen ««n de
motie van de gemeenteraad van Hooge- en Lage Zwaluwe, dat het college deze
kwestie landelijk wenst te bezien.