'■■ïZ •ho Ml ief' re-< 00 x' aai' rpa.% «<i> ;ti o -t t x-r.. ij Oi'F £W$A' t' tl" l ssdhv Twbjsifcin .i.riOr'-" 'I: -SiTt: i xasv'-- -72- Het lid Makkink merkt bij interruptie op, dat het A.C.W.-subsidie de gemeentebesturen in de verleiding brengt om groter dan aanvankelijk in de bedoeling lag te bouwen. Dit laatste vindt men ook terug in de exploitatie. De wethouder antwoordtdat de bewoners recht hebben op goede voorzie ningen. Ook al kosten deze veel geld. Toegegeven wordt, dat naar de jaarlijks terugkerende lasten dient te worden gekeken. Het is een kwestie van afwegen. Ten aanzien van het inatructiebad wordt opgemerkt, dat naar een redelij ke oplossing zal worden gezocht. Deze materie heeft de volle aandacht. Tevens zal hierbij betrokken worden een mogelijke uitbreiding van de ligweide rond het zwembad "de Bosselaar" en de plaatsbepaling van de ijsbaan. Tenslotte attendeert wethouder Trompers erop, dat binnenkort een krediet ten behoeve van het centraal antenne systeem dient te worden gevoteerd. Een toelichting daarop wordt bij deze toegezegd. De voorzitter dankt de wethouder voor zijn uiteenzetting. Vervolgens krijgt wethouder Kamp de gelegenheid om de vragen, betrekking hebbende op zijn portefeuille, te beantwoorden. Op een vraag van het lid mevrouw Krijnen-Boot wordt geantwoord, dat het tijdelijke karakter van de T.A.P.-regeling bij het college bekend is. De in geschrevenen bij het arbeidsbureau kunnen middels genoemde regeling door de overheid voor de maximale duur van een half jaar in het arbeidsproces worden opgenomen. Spreker acht het een stuk sociale begeleiding om zoveel mogelijk personen -al is het maar tijdelijk- aan werk te helpen. Het lid mevrouw Krijnen-Boot behoudt haar twijféls. Immers, na een half jaar staan deze mensen weer op straat. Dit dient voorkomen te worden. Gestreefd moet worden naar een meer definitief dienstverband voor deze mensen. Wethouder Kamp zegt toe dit in voorkomende gevallen zeker te willen be zien. Met het lid Schipper is de wethouder het eens, dat er een stuk wanverhou ding bestaat tussen de particuliere- en de van overheidswege gesubsidieerde instellingen. Het particuliere initiatief dient gestimuleerd te worden. Spreker stelt zich voor deze materie in de culturele commissie of in het seniorencon vent ter sprake te brengen. Inhakend op een vraag van het lid Gerla, handelende over het al dan niet bouwen van een nieuwe basisschool in Langeweg, wordt de bereidheid uitgespro ken het schoolbestuur te verzoeken hierover met de ouders van gedachten te wisselen. Vervolgens wordt naden ingegaan op de vraag van het lid Gerla met betrek king tot de post 360.00, handelende over het aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften. Hiervoor werd uitgetrokken een bedrag van 11.400,—Gewezen wordt op post 396.00. In deze laatste post is een gelijk bedrag geraamd voor de aanschaf en het onderhoud van de leermidde len. Het is een onderdeel van het bedrag, dat ingevolge artikel 101 van de lager onderwijswet is vastgesteld voor de bijzondere scholen. Deze uitgave is bedoeld voor de vervanging van leermiddelen, zoals: boekjes, tekenmateriaal en stencilwerk. Het komt er op neer, dat hiervoor een bedrag is uit getrokken van 1,60 per leerling per week. Het lid Gerla zou een andere omschrijving van post 360.00 willen geven. Wethouder Kamp wijst nogmaals op de analoge opzet in deze. Enkel bij de bijzondere scholen wordt het bedrag opgenomen in de totale vergoeding ex arti kel 101 der lager onderwijswet. Met betrekking tot het personeelsbeleid -vraag van het lid Krijnen- wordt een spoedige aanpak van de in de beleidsnota genoemde initiatieven toegezegd.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 72