(I
-70-
Na de teleurstelling, opgedaan met de stichting jeugdtandverzorging,
werd deze materie meerdere malen door onze vertegenwoordigers in stadsge
westelijk verband naar voren gebracht. Binnen het stadsgewest Breda wordt
er naar gestreefd om uiterlijk op 1 januari 1977 te komen tot een districts
gezondheidsdienst. Zodra deze gezondheidsdienst functioneert, zullen de pro
blemen rond de tandheelkundige verzorging tot het verleden behoren. Toege
zegd werd vanuit Breda verder dat genoemde gezondheidsdienst mogelijk voor
1 januari 1977 de werkzaamheden aanvangt. Het college erkent de ernst van
de problemen, maar hoopt deze in 1976 op een bevredigende wijze te kunnen
oplossen.
De voorzitter geeft vervolgens het woord aan wethouder Trompers om in
tweede instantie op de verschillende vragen, betrekking hebbende op zijn
portefeuille, in te gaan.
Wat de watersport betreft, aan de orde gesteld door de leden mevrouw
Krijnen-Boot en de heer Krijnen, wordt opgemerkt dat dit in groter verband
nader wordt bekeken. De mogelijkheden van de Mark worden hierbij betrokken.
Het lid Krijnen doelde hierbij tevens op een wellicht bij hem nog bekende
kwestie van jaren geleden. De op gang gebrachte besprekingen hebben destijds
niet tot het gewenste resultaat geleid. Juridische problemen weerhielden
het gemeentebestuur ervan verdere stappen te ondernemen.
Op de vraag van het lid mevrouw Krijnen-Boot ten aanzien van de finan
ciële gevolgen, verbonden aan de aansluiting op de afvalwaterleiding naar
Waarde wordt geantwoord, dat dit aspect van alle kanten goed bekeken wordt.
Voorkomen dient te worden dat een onevenredig deel op de schouders van onze
bewoners komt te rusten. De gemeente betaalt volledig de kosten van het
eigen basis-rioleringsplan en wel tot het punt, waarop het afvalwater over
geheveld wordt naar het waterschap "West-Brabant". De verdere verwerking
berust vanaf dat moment bij genoemd waterschap. In het bestuur van het
waterschap West-Brabant hebben onder meer zitting vertegenwoordigers van de
industrie en van de gemeenten. De vertegenwoordigers van de aangesloten ge
meenten zullen zeker hun stem laten horen. Van die kant wordt gepleit voor
een verdeling van kosten naar de graad van vervuiling. De industrie zal als
mogelijk grootste vervuiler een belangrijk deel van de kosten voor haar re
kening moeten nemen. Het waterschap laat regelmatig metingen verrichten ter
bepaling van de graad van vervuiling.
De wethouder acht, op de vraag van het lid mevrouw Krijnen-Boot, renova
tie geen dwingende zaak. Gezien de goede subsidies, die voor renovatieplannen
worden beschikbaar gesteld, wil het college alle mogelijkheden bekijken.
Het lid Makkink meent, dat het antwoord niet strookt met hetgeen de
voorzitter eerder met betrekking tot de verkeersnota heeft gezegd. Vooruit
lopende hierop worden nu reeds bedragen uitgetrokken.
De wethouder vindt echter, dat renovatie los moet worden gezien van
andere investeringen. Renovatie wordt betaald door het forse subsidie en de
verhoogde huur.
Op een vraag van het lid Schipper, handelende over het aansluiten van
de kerkdorpen op de afvalwaterleiding, wordt geantwoord, dat beide kerkdorpen
hierin zijn betrokken. In herinnering wordt gebracht, dat in 1962 reeds plan
nen bestonden om de kerkdorpen op de afvoerleiding van Breda naar Moerdijk
aan te sluiten. Tijdens besprekingen met het waterschap West-Brabant zal
gewezen worden op de noodzaak om de kerkdorpen tegelijk met Zevenbergen op
de afvalwaterleiding aan te sluiten.