-46- Toekomst van Zevenbergen en van de kerkdorpen. Alle sprekers maken zich zorgen over onze toekomst. Ik kan u zeggen: het college ligt daar wakker van. Wij hebben duidelijke gedachten over de groei van onze gemeente en over de afronding van Langeweg en Zevenbergschen Hoek tot leefbare gemeenschappen. Wij waren op de goede weg, dachten wij, overeenkomstig het streekplan West- Brabant, overeenkomstig ook de opdracht, welke wij als gemeente hadden gekre gen. En wat gebeurt er nu? Wij ontwikkelen -met veel inspanning- een groei, een bouwstroom, een investering in onze gemeente. En dan komt er een nieuwe rege ring en ook een nieuw college van gedeputeerde staten. Dat wil zeggen voor ons een beleid van groei-steden en van afremming van kleine kernen. Wij bouwen -tijdelijk- 450 550 woningen per jaar. Wij zien dat als een noodzakelijke impuls voor onze gemeente. Om daarna over te schakelen van de over-flow van randstadbewoners naar werkers op het industrieterrein Moerdijk. Nu zeggen de minister en het college van gedeputeerde staten: "Zevenbergen mag veel minder bouwen, de kerkdorpen moeten praktisch helemaal stoppen. De woonfunktie voor Moerdijk ligt in Breda en Roosendaal." Wij hebben zo juist per brief deze zienswijze ontvangen. Mevrouw, mijne heren. Wij protesteren hier zeer fel tegen. Wij kunnen dit eenvoudig niet nemen. Wij zijn een sub-regionaal centrum in het streekplan West-Brabant. Wij zullen ons protest laten horen, waar dat maar dienstig lijkt. Niet als hobby, maar in het belang van onze gemeente, van onze middenstand, van onze voorzieningen, in het belang van Langeweg en Zevenbergschen Hoek, waar een gezonde afronding hoogst noodzakelijk is. Wij zullen onze werkzaamheden aan een nieuw struktuurplan voortzetten, om te komen tot 20.000 inwoners in 1980 en niet 15.000 inwoners, zoals gedeputeerde staten willen. Wij tellen nu reeds 15«500 inwoners en wij zijn erg gelukkig met deze groei. Wij willen meespelen in een landelijk- en provinciaal beleid, maar dan wel een beleid met ons en niet over ons. Moerdi.ik en nieuwjaarstoespraak. De nieuwjaarstoespraak schijnt enigen van u nogal zwaar op de maag te liggen. Ik sprak niet namens het college, maar uitsluitend namens mijzelf. Mag dat, eenmaal per jaar? Ik dacht in uw goed gezelschap te zijn bij het stellen van prioriteiten. Mevrouw Krijnen, dat is voor mij niet het wegstrepen tegen elkaar van milieu en werkgelegenheid. U behoeft heus niet het ergste te vrezen. Voor mij zijn de eisen van het milieu bijzonder zwaar wegend. Maar werkgele genheid heeft voor mij een nog hogere prioriteit. Voor mij gaat Zevenbergen boven alles, maar daarvoor acht ik het juist noodzakelijk, dat "Moerdijk" keihard-zakelijk wordt aangepakt. Ik hoop -en in denk ook- dat met elkaar te kunnen verenigen. Deze belangen lopen helemaal parallel. Het is onnadenkend (om het zacht uit te drukken) dat burgemeester van Zeven bergen niet zou kunnen samengaan met het voorzitterschap van het industrie schap. Het moet juist samengaan. Uw aanval is een schot in de rug. Zevenber gen en Moerdijk zijn een. Moerdijk met 8.000 - 10.000 arbeidsplaatsen -plus de werkgelegenheid in de indirecte sfeer- acht ik nog steeds een zegen voor Zevenbergen en voor West- Brabant Wij bewaken daar angstvallig het milieu en wij plukken de vruchten voor onze welvaart en voor ons welzijn.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 46