vp; ar. a £li3sv tabJIo i-iin.'- oanii ,uiM.Ur ï;- ■§allV&a «tl;-.! 'te a l :ciirr .<r,\ -Jd -22- Ik zou in dit verband het college willen verzoeken om dit aspect nauwlettend in de gaten te houden en eventueel met voorstellen te komen ten gunste van het verenigingsleven in de particuliere sfeer. wordf9?2^ V8n VTt 1 ïijkt hGt mij gewenst' dat dit so°rt zaken regionaal wordt bekeken, omdat vele gemeenten uit onze regio met hetzelfde probleem zitten. Ik erken, meneer de voorzitter, dat dit geen eenvoudige zaak is, maar willen wij baas blijven over onze eigen financieringsmiddelen, dan dient hier alle aandacht aan besteed te worden. Ook wij als gemeente Zevenbergen hebben nog een groot aantal verlangens, maar ook wij moeten de tering naar de nering zetten. 6 In hoofdstuk II van ^|ebel|idsnota schrijft u dat bij het bereiken van een inwonertal van 14.000/moet worden gehouden met de rangindeling en de sala riëring binnen het ambtenarencorps. Wettelijk zijn er thans geen andere maatstaven, maar ik ben de mening toegedaan dat niet betaald moet worden naar aantallen, maar naar deskundigheid en motivatie. Ondanks de zeer beperk te invloed van een gemeente in dit soort zaken hoop ik toch dat deze zienswij ze door u uitgedragen wordt. Uiteraard is het belangrijk, dat de raad op korte termijn over het financieel aspect wordt geïnformeerd. Ten aanzien van uw mededelingen betreffende openheid, openbaarheid, inspraak en voorlichting wil ik opmerken, dat ik uw mening in grote trekken deel. Men dient er echter voor te waken, dat raadsleden eigen verantwoordelijkheid kun- nen,! T0n dragen en dat er Seen totale uitholling van deze functie plaats vindt. Daarnaast ben ik een groot voorstander van gerichte inspraak, omdat dan jmst de mensen erbij betrokken worden, die doorgaans kennis van zaken hebben en op de hoogte kunnen zijn met de problematiek. Met betrekking tot de bestemmingsplannen bent u, wat betreft de plaats Zeven bergen, erg positief en in het hoofdstuk werkgelegenheid schrijft u zelfs dat de bouwnijverheid nog steeds een bloeiperiode doormaakt. Ook als Hoekse ïraktie zijn we hier gelukkig mee en zullen we al onze medewerking blijven verlenen om de continuïteit in de bouw te verzekeren. Minder gelukkig, zelfs verontrust ben ik over de ontwikkelingen in Langeweg en Zevenbergschen Hoek. Onze zorg, die ook vorig jaar kenbaar is gemaakt, wordt steeds groter en ik kan niet aan de indruk ontkomen, dat vooral de hogere overheid geen aandacht meer heeft voorde kleine woonkernen. De laatste jaren is er geen enkele woning gebouwd in de kerkdorpen, waardoor jonge mensen, die nog willen wonen in kleine dorpjes, noodgedwongen naar elders moeten verhuizen. Wist u, dat mede als gevolg hiervan op onze plaats in 1975 maar 12 kinderen zijn geboren? Ik hoef u nauwelijks te vertellen welke gevolgen dit heeft voor de scholen, middenstand en het verenigingsleven. Uw toelichting biedt mij veel te weinig perspectief en ik zou het college nogmaals dringend willen verzoeken om bij de provincie op de bittere noodzaak van beperkte woningbouw in Langeweg en Zevenbergschen Hoek te wijzen. Ik vind het overigens bedroevend, dat dit soort kleine bestemmingsplannen, die de instemming van heel de raad en de commissie ruimtelijke ordening hebben, op provinciaal niveau zo lang worden opgehouden en dat zij in wezen bepalen of een dorp maar helemaal moet ver grijzen. Moet deze vorm van democratie gehandhaafd worden? Over uitbreiding van industrieterreinen, kan ik u mededelen, dat onze fraktie zich op het standpunt stelt, dat hiervoor Moerdijk de aangewezen plaats is. Uiteraard heb ik geen bezwaar tegen vestigingen van ambachtelijke bedrijven in de plaatsen zelf, maar dan geïntegreerd in de woningbouw. De bezetting van het politiecorps is dermate slecht, dat momenteel practisch alle tijd besteed moet worden aan het verkeer en dat voor de educatieve taak van de politie geen tijd meer beschikbaar is.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 22