r
0
X v, C
Cs
•ST*
220
Aangaande het in eerste instantie gevoteerde krediet van groot
43.000,wordt opgemerkt, dat het op grond van op dat moment bekend
zijnde gegevens liet aanzien, dat het inderdaad voor dit bedrag mogelijk
was. Later echter werden er extra voorzieningen ter verfraaiing van het
gebouw en zijn omgeving getroffen. Voor een belangrijk deel zijn de over
schrijdingen daaraan toe te schrijven.
Op de vraag over de hoogte van het subsidie kan hij nog altijd niet
met concrete cijfers komen. Gehoopt wordt op een maximale toewijzing.
Binnenkort zal er hierover een gesprek plaatsvinden. Alle mogelijke moeite
zal worden aangewend om het maximale toegewezen te krijgen.
De bijkomende voorzieningen, getroffen nadat de raad inzake de res
tauratie van gebouwen een ander standpunt was gaan innemen, mogen verant
woord genoemd worden.
Deze meerkosten zijn in grote lijnen als volgt te verdelen. De inbouw
van de schuur kost 13.500,De hiervoor gekozen oplossing mag gerust
uniek genoemd worden. De aangebrachte fundering van groot 30.500,
Bij een oud gebouw is dit moeilijk van te voren te bekijken.
Verder is er met de aankleding/verfraaiing van het terrein een bedrag
gemoeid van 26.250,Ook hier kan men, gezien het monumentale gebouw,
niet buiten.
Tenslotte is er nog een bedrag van 26.500,Hieruit worden betaald
de kosten vans toezicht W.S.W.-opzichter, begeleiding door de dienst gemeen
tewerken, adviezen van architect de Wilde, grondonderzoek, verzekering en
aansluitkosten nutsbedrijven.
Bij de bespreking omtrent het subsidie zal getracht worden deze kosten
mee te nemen.
Wat de exploitatie van het gebouw betreft wordt opgemerkt, dat met de
toekomstige huurders, mogelijk zijn dit de oudheidkundige kring en de
bibliotheek, nog geen overeenstemming is bereikt. Bovendien hangt de hoogte
van de huur in sterke mate af van het subsidie. Zodra hierover meer zeker
heid is verkregen, kan met de gebruikers overleg worden gepleegd. Het col
lege is wel van oordeel dat er een normale huur opgebracht moet worden.
Na de te verwachten subsidietoewijzing hoopt het college het resterende
exploitatietekort met de huur op te kunnen vangen.
Het lid MAKKINK haakt in op de laatste woorden van wethouder Trompers,
die de hoop uitsprak, dat het resterende exploitatie-tekort door de huur
opbrengst kan worden opgevangen. De voorzitter drukte zich in deze krasser
uit en gebruikte het woord moeten. Dit laatste zou kunnen inhouden, dat een
van de genoemde instellingen kan afhaken. Dit zou hij ernstig betreuren.
Zowel de oudheidkundige kring als de bibliotheek dragen een stukje geschie
denis met zich mee. Hij vraagt zich af of dat afvallen inderdaad tot de
mogelijkheden behoort. Enig inzicht daaromtrent moet het college toch al
hebben.
Het lid GERLA vraagt of de oudheidkundige kring er in wil.
De VOORZITTER stelt, dat het woonhuis daarvoor bestemd is.
Het lid GERLA vindt dit veel te klein.
De VOORZITTER realiseert zich zeer wel, dat het woonhuis voor het
totale bezit van de oudheidkundige kring te klein is.
Het lid GERLA ziet hieraan liever de bestemming leeszaaltje gegeven.
Wethouder TROMPERS antwoordt op de vraag van het lid Makkink over de
hoogte van de huur, dat bij een goed gebouw van normale cijfers dient te
worden uitgegaan. Zo ligt dat zakelijk gezien. Wanneer het echter onover
komelijk bezwaren oplevert, dan zullen we het met subsidie rond moeten zien
te maken.