t Des te erger wordt het gevonden, dat het college of onvoldoende teruggekoppeld krijgt, of weer niet bij machte is om ten aanzien van grote projecten enige visie op tafel te leggen. Enige lof wil hij toch toe zwaaien aan het ambtenaren-corps, dat waarschijnlijk niet gewend is om dit soort projecten uit te voeren, het hoofd koel heeft gehouden en dit project tot zover heeft weten te brengen. Helaas hebben zij kennelijk ook zo weinig vertrouwen in hun hoogste gezagsdragers, dat die niet op tijd door hen geïnformeerd werden en zodoende niet bij machte waren de raad tijdig in te lichten. Het lid SCHIPPER is het in grote lijnen met het betoog van het lid Gerla eens. Hij herinnert eraan, dat het college met erg veel gejuich en gejubel destijds het voorstel inzake de restauratie van deze plannen in de raad bracht. Voor een bedrag van slechts 43.000,kreeg de gemeente er een kapitsaL gebouw voor terug. De raadsleden Gerla en van Oerle hebben in die bewuste vergadering nog gevraagd of voor dit bedrag het allemaal wel tech nisch uitvoerbaar was. Toegezegd werd, dat dit nogmaals bekeken zou worden. De raad zou daarover nog nadere mededelingen krijgen. Zie de notulen op bladzijde 137. Ook aan deze toezegging is geen gevolg gegeven. Zijn fractie had met dit soort uitgaven minder problemen gehad, indien in de voorberei ding voldoende aandacht was geschonken aan de door enkele raadsleden reeds vroegtijdig geuite bedenkingen. Overigens wil hij nog wel kwijt, dat zijn fractie verheugd is met de restauratie van dit gebouw. Het lid SANTBERGEN toont zich namens zijn partij eveneens content. Ih het voorstel mist hij wel de nodige gegevens omtrent het subsidie. Het exacte bedrag is waarschijnlijk nog niet te vermelden. Een aanwijzing daaromtrent was echter al voldoende geweest. Hij blijft er bij, dat bij de voorbereiding van dit werk de nodige zorgvuldigheid niet in acht is genomen. Tenslotte spreekt hij zijn verontrusting uit over de toegepaste funde ringstechniek. Hij hoopt, dat de dienst met deze restauratie zijn leergeld heeft betaald opdat de raad in het vervolg van deze dingen gevrijwaard blijft. Het lid GERLA neemt aan, dat het lid Santbergen met funderingstechniek bedoelt, dat alles gefundeerd is op een muur na. Het lid SANTBERGEN stelt, dat zijn fractie met de toegepaste techniek niet blij is. Het lid GERLA sluit zich bij deze opmerking aan. Wethouder TROMPERS toont zich verheugd, dat de raad, al is het dan met enkele kritische kanttekeningen, zich zo positief uitspreekt over de totstandkoming van dit gebouw. Sprekende over de begrotings-cijfers merkt hij op, dat er destijds een globale kostenraming is opgemaakt. De factor tijd heeft deze raming echter al vrij snel achterhaald. En verder heeft de praktijk in het ver leden al meerdere malen aangetoond, dat de restauratie van oude gebouwen in de regel altijd tegenvalt. Graag wordt toegegeven, dat de globale kosten raming niet volledig is geweest. Onder druk van hogerhand, er deden zich op een bepaald moment gunstige subsidie-mogelijkheden voor, moest er k la minute een begroting worden ingediend. Tevens mag gerust hardop gezegd worden, dat de raad aanvankelijk een afwachtende houding aannam met betrekking tot de restauratie van histori sche gebouwen. Het college heeft van het begin af hieraan meer waarde toe gekend. Het is verheugend te noemen, dat de raad de laatste 2 jaar bereid is gebleken om voor de restauratie van dit soort projecten kredieten te voteren.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 219