r 200 Als het laatste het geval is, wenst hij te vernemen wat er aan de hand is. Mooht er echter van de eerst genoemde gevolgtrekking sprake zijn, dan stemt de V.V.D. in met het destijds door collega Makkink gelanceerde voorstel om deze machtiging aan het college in te trekken. De VOORZITTER antwoordt, dat formeel gesproken de zaak rond zit. Het college neemt een besluit tot aankoop. Dit besluit, dat in de commissie voor gemeentebedrijven ter sprake is gebracht, wordt vervolgens ter goed keuring ingezonden. Daarna komt dit besluit voor het voteren van een krediet in de gemeenteraad. Hij blijft bij de stelling, dat het een zeer goede zaak is om de vaste raadscommissies om te bouwen tot beleids-voorbereidende com missies. In het kader van de evaluatie van de besluiten van de commissie ad hoe heeft het college kort geleden getracht een vergadering te beleggen met de voorzitters van de drie commissies. Op de uitnodiging werd door slechts êên commissie-voorzitter gqreageerd. Het college is voornemens om langs een bepaalde formule op0"Se7commissie ad hoe aangegeven weg terug te komen en zal voor de tweede maal een gesprek arrangeren met de voorzitters van de vaste raadscommissies. De zo juist aan de orde gestelde materie zal daar ter discussie moeten worden gesteld. Het lid GERLA vindt het erg slim om de vraagste3.1ing terug te spelen naar de gemeenteraad. Dit is echter het punt niet. Het gaat erom, dat ongeveer 2 jaar na het rapport van de commissie ad hoe nog altijd vrijwel geen beleidszaken worden teruggekoppeld. Enkel bij uitzondering, als een van de leden er nadrukkelijk om vraagt, wordt na verloop van enige tijd zo'n beleidszaak aan de orde gesteld. Enige spontaniteit ontbreekt. De onderhavige kwestie is, gezien de financiële consequenties, zo'n beleids zaak om tijdig met de desbetreffende commissie door te nemen. De VOORZITTER kan het met vragensteller eens zijn, om dit soort zaken in een vroegtijdig stadium in de commissie voor gemeentebedrijven aan de orde te stellen. Gedacht wordt hierbij duidelijk nog niet aan de commissie voor algemeen financieel beheer. Op het moment, dat het voornemen tot aankopen bestaat, dient de desbetreffende commissie voor gemeentebedrijven te worden ingeschakeld. Het college is voornemens om voor de tweede maal de voorzitters van de vaste raadscommissie voor een gesprek over onder meer dit soort kwesties uit te nodigen. Gehoopt wordt, dat de voorzitters deze maal hieraan gevolg zullen geven. Het lid MAKKINK zegt, dat zijn fraktie zich geheel kan vinden in het betoog van het lid Gerla. Hij is het niet eens met de voorzitter om met voorbij gaan van de financiële commissie, enkel de commissie voor gemeente bedrijven in te schakelen bij het voornemen om tot dit soort belangrijke en kostbare aankopen over te gaan. Voor het vinden van de dekkingsmiddelen moet de financiële commissie juist wel erbij worden betrokken. Soms zal er voor de financiële middelen geknokt moeten worden. Hierbij dient verder aandacht te worden besteed aan de prioriteiten, die de raad gesteld heeft. Verder merkt hij op het niet bezwaarlijk te vinden, indien de fraktie- voorzitters voor het gesprek met het college eveneens worden uitgenodigd. Misschien haalt dit de onvrede weg. De SECRETARIS wijst op de gemaakte afspraak, dat iedere commissie alle aspekten, ook de financiële, behandelt. Het lid MAKKINK merkt op, dat dat nergens staat vermeld. Dit is nooit zo geweest. Er zijn voorzitters van raadscommissies, die er angstvallig voor waken om het juist niet te doen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 200