194 Dit laatste is ook uitdrukkelijk in de grondwet vastgelegd. Hetgeen het lid Krijnen signaleert is niet nieuw. Landelijk worden over deze regeling de wenkbrauwen gefronst. Niet omdat men de een meer of minder gunt. De op richting van een openbare school heeft altijd prettige financiële gevolgen voor de reeds gevestigde scholen. Het is duidelijk dat bij een nieuwe school het bedrag per leerling vrij hoog ligt, maar -en dat geldt ook in onze situatie- men blijft binnen de wettelijke normen. De reeds gevestigde school krijgt op basis van de aan de nieuwe school uitgekeerde bedragen een na-uitkering. Dit heeft het lid Krijnen gesteld. Het gaat niet om het recht, dat men er op heeft. Als hij zich niet vergist, wordt er over deze problematiek landelijk gediscussieerd. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 9. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de bedragen, als bedoeld in artikel 47, 2e lid van de kleuteronderwijswet over het 5-jarig tijdvak 1971 tot en met 1975 (werkelijke exploitatiekosten openbaar kleuteronderwijs) Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 10. Voorstel tot voorlopige vaststelling van de bedragen, als bedoeld in artikel 55 ter van de lager-onderwijswet 1920 over het jaar 1975 (werkelijke exploitatie kosten openbaar basisonderwijs). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 11. Voorstel tot wijziging begroting 1976. De VOORZITTER merkt op, dat het college behoefte heeft om ten aanzien van de 19e wijziging openbare werken 1976 met bijbehorende 90e wijziging algemene dienst 1976 (de kosten van het aanbrengen van een lift in het gemeentehuis, de inrichting van een drietal te maken vergaderruimten, alsmede de aanschaffing van mobiele archiefstellingen) enige aanvullende informatie te verschaffen. Het college heeft aanvankelijk de gedachte gehad om in het bouwplan voor de verbouwing van het gemeentehuis ruimte te laten voor de latere aanleg van een lift. Wij hadden gedacht te moeten wachten totdat in de praktijk de behoefte daaraan duidelijk zou blijken. Wij hadden daaraan de garantie willen verbinden, dat iedere invalide of mindervalide bezoeker van het gemeentehuis gelijkvloers iedere ambtenaar zou kunnen spreken. Dit was de aanvankelijke gedachte van het college. Bij een nader, zeer recent onderzoek, ingesteld onder de ambtenaren naar het bezoek aan het gemeentehuis en het daarop volgend nader beraad binnen het college, wordt thans nadrukkelijk voorgesteld nu al tot de aanleg van de lift-installatie te besluiten.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 194