t 171 We zijn nu al twee jaar met deze problematiek bezig. Enige toenadering had al verwacht mogen worden. De VOORZITTER merkt op, dat het college zich geroepen voelt om het raadsbesluit inzake het onderhoud van de fractievoorzitters met het bestuur van de woningstichting op de kortst mogelijke termijn uit te voeren. Het gesprek moet er komen, tenzij de woningstichting binnen deze termijn met een voorstel komt. In dat geval kan het voorstel worden besproken. Het lid MAKKINK vindt het idee van termijnstelling wel goed, maar de grootte ervan dient niet grote voorzichtigheid te worden gehanteerd. De fractievoorzitters dienen zich met het college eerst goed voor te bereiden op dit gesprek. Voorkomen moet worden, dat we weer met grote voeten door een porseleinkast gaan. We moeten een goede start hebben in de procedure om tot de door ons gewenste democratisering te komen. De SECRETARIS wijst op de complexiteit van het probleem. Hij acht het verstandiger om de commissie in de gelegenheid te stellen tot een bepaalde beeldvorming te komen en daarna met deze commissie aan tafel te gaan zit ten. We moeten de commissie, bijgestaan door haar adviseur, de kans geven om zich nader in deze problemen te verdiepen. Het lid MAKKINK brengt in herinnering, dat de raad in deze zittings periode de gewenste democratisering tot stand wil brengen. De tijd dringt. De termijnstelling van de heer Gerla kan hij goed begrijpen. Binnen de laatste 14 maanden moet een termijnstelling mogelijk zijn. Het lid GERLA merkt op, dat de heer Schrijvers tijdens het gesprek er op gewezen heeft, dat de experimenten met de adviescommissies nog van te korte duur zijn om een goed beeld te krijgen. Verder stelde hij, dat vaste richtlijnen in deze nog ontbreken. In dit licht bezien is het wel licht verstandiger om mee te discussieren om vervolgens het daarna in te nemen gezamenlijke standpunt te verifiëren tegen de mogelijkheden, die het ministerie aanbiedt. De VOORZITTER merkt op, dat het college voor 1 januari aanstaande een gesprek zal arrangeren tussen de stichting en de fraktievoorzitters. Aan genomen wordt, dat de stichting hiertegen geen enkel bezwaar zal hebben. Wethouder TROMPERS stelt, dat hij volledig met het voorstel kan in stemmen. Hij acht het echter niet uitgesloten, dat hij als voorzitter van de stichting een ander standpunt inneemt. Besloten wordt, dat het gesprek voor 1 januari aanstaande zal worden gehouden. De VOORZITTER stelt vervolgens het voorstel, opgenomen onder agenda punt 8, aan de orde. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders, 9. Voorstel tot vaststelling, c.q. her- nieuwe vaststelling van een aantal ver ordeningen betreffende belastingen, rechten en andere heffingen, waarin onder andere rekening is gehouden met een trendmatige aanpassing van de tarieven voor het komende dienstjaar; tot wijzi ging van de verordening, houdende algemene regels voor de verkoop van bouwterrein, alsmede tot intrekking van de verordening schoolgeld kleuteronderwijs.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 171