167 Door het niet beschikbaar stellen van kredieten kan de raad al grote veranderingen doorvoeren. Verder meent hijdat het stichtingsbestuur de democratiserings—gedach te geheel onnodig in de emotionele sfeer heeft getrokken. Hij citeert vervolgens de heer Klasen, die stelt: "Als de raad meent, dat er raadsleden in het stichtingsbestuur moeten komen, dan moet dat maar geschieden, doch alleen, indien zij bereid zijn zitting te nemen zonder dat presentiegelden worden betaald. De huidige bestuursleden hebben ook steeds pro-deo gewerkt Als dit de motieven zijn, dan hoeft het voor hem niet langer meer om aan deze jongens nog langer kredieten te verstrekken. Hij herinnert eraan, dat het gemeentebestuur enige maanden geleden met betrekking tot de in spraak in de wijk Krooswijk geadviseerd heeft om te kiezen voor de vereni- gingsvorm. Wanneer de leden het bestuursbeleid niet kunnen onderschrijven, dan kunnen zij het bestuur wegstemmen en een nieuw bestuur kiezen. Het is voor hem volstrekt onbegrijpelijk, dat er in het college iemand zit, die in feite met twee monden spreekt. In de raad schaart hij zich achter de democratiseringsgedachte, om in de stichting woningbouw zich geheel anders op te stellen. Met de opmerking van de secretaris, gemaakt tijdens het gesprek met de stichting woningbouw Zevenbergen, dat de stichtingsvorm zeer autocratisch is, kan hij volledig instemmen. Democratische inbreng is er bij een stichting niet bij. Zolang de stichting woningbouw Zevenbergen de democratiseringsgedachte niet onderschrift, wenst hij zijn steun te onthouden aan ieder voorstel, de stichting betreffende. Het lid MAKKINK gaat nader in op het verslag van de bespreking met de stichting woningbouw Zevenbergen. Er staan in dit verslag een aantal opmer kelijkheden, die hem tot nadenken hebben gestemd. Gesteld wordt, dat het verlangen tot democratisering vanuit de raad naar voren is gekomen. Het mag bij een ieder als bekend worden verondersteld, dat de beide wethouders deel uit maken van die raad. In het verslag wordt herhaaldelijk gesteld, dat de raad de democratisering van de stichting nastreeft. Nadrukkelijk vraagt hij thans naar het standpunt van het college in deze. Voor de verdere uitwerking van de inspraak-gedachte is dat zeer interessant. De raad kan om zijn wens tot democratisering er door te krijgen, zeer ver gaan. De heer van Engelen heeft destijds namens de commissie ad-hoc de democrati- serings-gedachte in de raad verdedigd. Hij heeft daarbij tevens gewezen op de mogelijkheid om, zolang aan de democratisering geen gevolg is gegeven, het verstrekken van kredieten stop te zetten. Uit de instemming van de raad, er werden althans geen afwijkende meningen geuit, heeft hij begrepen, dat deze zaak in ieder geval geheel open lag. Uit het verslag blijkt over duidelijk, dat het stichtingsbestuur geen enkele behoefte heeft aan raads leden. Met andere woorden, zij hebben er geen enkele behoefte aan, dat raadsleden meebeslissen over zaken, die de woningstichting aangaan. Het bevreemdt hem, in dit licht gezien, zeer, dat het college thans voorstelt om een deel van de bevoegdheid van de raad te delegeren. Door dit alles wordt de procedure voor de stichting eenvoudiger. Hij vraagt zich af hoe dit alles nu te rijmen valt. Tenslotte herinnert hij aan zijn vraag, gesteld in het begin. Wat is het standpunt van het college omtrent de democratisering van de stichting woningbouw Zevenbergen?

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 167