166
Voorgesteld wordt dan ook om in de nieuwe verordening een loongrens
aan te geven van bijvoorbeeld 3 of 4 maal het jaarsalaris. Toegegeven
wordt, dat artikel 2 hiertoe eveneens de mogelijkheid biedt. Verstandig
wordt het echter gevonden om deze voorwaarde nadrukkelijk in de verordening
op te nemen.
De VOORZITTER merkt op, dat gedeputeerde staten bij de goedkeuring van
het raadsbesluit hierop zeker zullen letten.
Het lid GERLA blijft het een goede zaak vinden, dat ter bescherming van
de persoon in kwestie in de verordening een grens wordt gesteld.
De SECRETARIS wijst op de moeilijkheid om dit te concretiseren. Het
probleem is om een sluitende formule te vinden zonder dat de verordening
iedere keer dient te worden gewijzigd.
Het lid GERLA denkt de grens te stellen op een nader te bepalen aantal
maal het jaarsalaris.
Het bedrag, dat opgenomen kan worden is sterk afhankelijk van het sala
ris van de man in kwestie. Het stellen van een grens, waarboven de gemeente
een garantie zou willen verlenen, wordt een verstandige zaak gevonden. Er
dient enige zekerheid te zijn, dat de verzoeker door het verlenen van de
garantie later niet in moeilijkheden komt. Hij moet naar verwachting aan
zijn financiële verplichtingen (aflossingen en rente) kunnen voldoen.
De SECRETARIS acht enkel het opnemen van een algemene formulering in
de verordening mogelijk. Het exact vermelden van een getal is moeilijk.
Het lid SCHIPPER wijst er op, dat de P.N.E.M. een vrij goede regeling
eigen woningbezit heeft. Mogelijk kunnen hieruit een aantal objectieve
maatstaven worden gehaald.
De SECRETARIS meent, dat deze ook aangepast is aan de regeling voor
de provinciale ambtenaren.
De VOORZITTER zegt toe, dat het college zich op dit punt nader zal
oriënteren.
Het lid GERLA stemt hiermee in.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
8. Voorstel tot het nemen van een besluit
ter uitvoering waarvan burgemeester en
wethouders besluiten kunnen nemen, waar
bij premiewoningen aan een garantieverle
ning kunnen worden onttrokken, zonder dat
vervroegde aflossing plaatsvindt, zulks
onder gelijktijdige intrekking van het
besluit van 8 april 1975.
Het lid GERLA stelt, dat de V.V.D. het honoreren van voorstellen, de
stichting woningbouw betreffende, altijd heeft willen koppelen aan de be
reidheid tot democratisering. De aantekeningen lezende van een gesprek tussen
het college en deze stichting rijzen hem de haren te berge. Er worden door
de stichting voorwaarden gesteld, waaraan de raad zich dient te houden.
De voorzitter van de stichting, tevens lid van het gemeentebestuur, wil met
de raad enkel praten, mits hij niet te ver gaat met zijn voorstellen. Hij
vindt dit een wat grof statement van de heer Trompers. De heer Klasen, lid
van het stichtingsbestuur stelt, dat de raad geen enkele bevoegdheid bezit
om tegen de wens van het stichtingsbestuur in bepaalde veranderingen door
te voeren.
