152
Het lid mevrouw KRIJNEN-BOOT meent, dat het er op dit moment met de
sociale woningbouw niet zo best voorstaat. Zij vraagt zich af of de laatste
mogelijkheid om woningwetwoningen te bouwen niet worden afgekapt. Zij vreest,
dat er een gat valt waarvan de woningzoekenden de dupe zullen worden.
De VOORZITTER merkt op, dat het voorstel tot partiële herziening wordt
gedaan met het oog op de sociale opbouw van de wijk. De sociale woningbouw
in de wijk Krooswijk is met 80 van het totale aantal woningen toch al aan
de hoge kant.
Het lid mevrouw KRIJNEN-BOOT vreest echter, dat er de komende vier k
vijf jaar wederom sprake zal zijn van woningnood.
De VOORZITTER antwoordt, dat voor het bevolken van de nog te bouwen
woningwetwoningen in Krooswijk een beroep zal moeten worden gedaan op mensen
van buiten de gemeente.
Het lid mevrouw KRIJNEN-BOOT stelt voor om aan alle huwbare inwoners
een schrijven te richten, waarin de aandacht wordt gevestigd op de komende
moeilijke situatie met betrekking tot het verkrijgen van een woning. Indien
zij een huurwoning wensen te betrekken, zullen zij er verstandig aan doen
om eventuele trouwplannen niet al te lang uit te stellen.
Het lid MAKKINK vindt het niet verwonderlijk, dat mevrouw Krijnen-Boot
geheel op zijn lijn zit. In het verleden is zij namelijk een felle pleitster
geweest om plan "Hazeldonk" uit de inspraak te halen. De cijfers ten aanzien
van de procentuele verhouding van de verschillende sektoren lijken op het
eerste gezicht redelijk goed. In de commissie ruimtelijke ordening is verder
terecht opgemerkt, dat in het centrumgebied van Krooswijk nog 127 woningwet
woningen gebouwd zullen worden. Echter, deze 127 woningen bestaan uit slechts
20 zogenaamde eengezinswoningen en de rest wordt gevormd door 44 bejaarden
woningen en 63 woningen, bestemd voor alleenstaanden en onvolledige gezinnen.
Onder aanhaling van de percentages 20$ vrije sektorbouw en 80$ sociale wo
ningbouw, wordt aan het college gevraagd welke criteria hierbij, buiten het
feit, dat er vanwege het rijk wordt gesubsidieerd, met betrekking tot de
sociale woningbouw worden gehanteerd. Is dit het bouwen voor de modale werk
nemer en er onder, of ligt het plafond hoger en waarom? In Zevenbergen staan
ruim 100 woningzoekenden ingeschreven voor een huurwoning in de prijsklasse,
bestemd voor de modale werknemer. De raad heeft er voor te zorgen, dat alle
Zevenbergenaren een woning kunnen krijgen. Ter wille van de sociale woning
bouw werd op initiatief van de partij Algemeen Belang het plan "Hazeldonk"
uit de inspraak gehaald. Dit laatste werd gedaan om de bouwstroom met betrek
king tot de sociale woningbouw te bevorderen. Het plan "Hazeldonk" ter wille
van een snelle bouwstroom kunnen we wel vergeten. De voorzitter heeft hier
over reeds minder optimistische geluiden laten horen. Daarom steu± de Partij
van de Arbeid dan ook nog altijd mevrouw Krijnen-Boot in haar zienswijze om
de sociale woningbouw voorrang te verlenen. Het veranderen van de bestemming
in unit P dient te geschieden in de richting van betaalbare woningen voor de
lagere inkomensgroepen rond de modale werknemers en wel zodanig, dat het
oneigenlijk gebruik van de huursubsidie zoveel mogelijk wordt voorkomen. Aan
de raad wordt gevraagd om van het college te verlangen, dat zij het voorstel
terugneemt om het opnieuw te willen bezien.
De VOORZITTER antwoordt, dat het college bij de hantering van het
begrip sociale woningbouw zich conformeert aan de richtlijnen van de minister.
Dit zijn woningen, waarin het rijk middels subsidie of premie participeert.
Er moet niet van uit gegaan worden, dat de plus-minus 100 woningzoekenden
allen in de nieuwbouw ondergebracht moeten worden. Tengevolge van de door
stroming kunnen heel wat woningzoekenden geholpen worden aan een bestaande
woning.