«I -i.bÈt*'Vi ti 'i s->?'•.< _.;0 vC 'iïfiW t ytJ->L'- jJ v.i rr- -14- Begxn vorig jaar is er een rapport uitgekomen van de commissie ad hoc werk wijze gemeentebestuur. Deze commissie, die samengesteld was uit de lijstaan- ITttTLlT °ferScheiden facties, had de opdracht praktische methoden we^ksfpn !8n beterewrkwijze van het gemeentebestuur moesten be werkstelligen en waarbij bovendien inspraak en deelneming in het besluitvor mingsproces door de burger, optimaal tot hun recht konden komen. Reeds bij de behandeling van het rapport door de raad werd gesproken van een experiment, waarvan na voldoende inzicht in het effect van de voorgestelde wor^n?ringen' Sl °f ni6t handhaven haarvan opnieuw besproken zou moeten Welnu, meneer de voorzitter, wij menen dat we op dit moment, door de opgedane ervaring, reeds voldoende inzicht hebben om te moeten constateren, dat met name het vragenuurtje niet is geworden, wat we ervan verwachtten en dat er bovendien weinig kans op verbetering in zit. Het vragenuurtje werd door een minimum aantal personen bezocht en dan nog hoofdzakelijk door dezelfde mensen. Hun vragen vloeiden voornamelijk voort uit reeds gestelde vragen van raadsleden of uit het besprokene in de drie vaste raadscommissies. Daar hoeven we warempel geen vragenuurtje voor te handhaven, meneer de voor zitter. En als het dan nog de enige gelegenheid voor de burgers was om vragen te stellen. Er zijn er echter nog plenty. Ze kunnen hun vragen nog kwijt via un volksvertegenwoordigers oftewel de raadsleden, via schriftelijke vragen aan de raad of burgemeester en wethouders, het vaste spreekuur van u, meneer de voorzitter en na de vergaderingen van de drie vaste raadscommissies. In het laatste geval moeten de vragen wel betrekking hebben op de agenda van die avond. Ten behoeve van de raadsleden zouden we willen voorstellen de rondvraag weer in te voeren tijdens de raadsvergaderingen. We zijn echter wel voorstander van een beheerst gebruik van deze mogelijkheid. Het moet niet ontaarden, waL in het verleden wel eens gebeurde, in een situatie waarin op de rondvraag het accent komt te liggen in plaats van op de agenda van die avond. Dit is onzes inziens een oneigenlijk gebruik van de rondvraag. Een raadslid heeft verder nog voldoende mogelijkheden, schriftelijk zowel als informeel, om zijn of haar vragen kwijt te kunnen. Voor de spreekuren van de leden van het college in de kerkdorpen was de belangstelling minimaal, het is dus weinig zinvol dit te continueren, ook weer gezien de mogelijkheden, die ook de inwoners van de kerkdorpen verder nog hebben en die door ons reeds genoemd werden. Van ambtelijke zittingsdagen en/of -uren in de kerkdorpen verwachten wij geen beter resultaat, meneer de voorzitter. Voor een volledige service zou in beide plaatsen een dependance moeten zijn, bestaande uit ambtenaren van bur gerlijke stand, sociale zaken, de dienst gemeentewerken, de afdeling finan cien, enzovoorts. Dit is echter een onmogelijkheid. Daartegenover staat, dat één ambtenaar, die een bepaald gedeelte van de week zitting houdt in Langeweg en Zevenbergschen Hoek, niet meer kan zijn dan een doorgeefluik of anders gezegd een boodschappenjongen. Met alle vertragingen van dien. Ons is gebleken, dat ook door de collega-raadsleden uit Zevenbergschen Hoek niet veel waarde aan ambtelijke zittingsdagen en/of -uren wordt gehecht. De post voor huur ruimten voor bestuurlijke en ambtelijke zittingen ad 6.000, behoeft daarom wat ons betreft niet uitgegeven te worden. Hoewel de werkwijze van de vaste raadscommissies voor ons geen duidelijke verbetering heeft ondergaan ten opzichte van de vroegere situatie, zouden wij met dit experiment willen doorgaan.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 14