148
Notulen van de vergadering van de gemeenteraad, gehouden ten gemeentehuize
op 14 september 1976, des avonds om 19.30 uur.
Aanwezig de leden: mevrouw P.J.Krijnen-Boot, L.A.Boot, A.A.M.Wijne, C.Huijs-
soon, S.J.Schipper, J.P.M.Kokke, A.J.Beljaars, ir.P.J.
Gerla, C.J.Vissers, R.Makkink, G.A.Krijnen, C.Santbergen,
G.H.Kamp en CJTrompers
Voorzitter mr.F.Reijnders.
Secretaris J.A.A.van der Smissen.
Afwezig met bericht van verhindering: B.A.Ooijen.
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Beëdiging van het lid de heer J.P.M.Kokke.
Het lid Kokke legt in handen van de voorzitter de ingevolge artikel 45
van de gemeentewet voorgeschreven zuiverings- en ambtseed af.
De voorzitter heet vervolgens het lid Kokke van harte welkom in de
raad. Hij hoopt, dat het werk in de raad hem de nodige voldoening zal mogen
schenken.
3. Loting volgorde bij stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nummer
4 van de presentielijst, zijnde het lid Beljaars.
4. Notulen van de vergadering van 10 augustus
1976.
Het lid MAKKINK wenst aan het slot van de vierde alinea op bladzijde
137 een aanvulling geplaatst te zien. Het laatste gedeelte geeft namelijk
niet weer wat zijn intentie is geweest. Na herhaald afluisteren van de band
is het hem gebleken, dat hij de zin niet helemaal volledig heeft uitgespro
ken. Met de woorden "volgens de voorzitter" dient de vierde alinea te worden
besloten.
De SECRETARIS antwoordt, dat in de notulen enkel datgene kan worden
opgenomen, wat gezegd is.
Het lid MAKKINK begrijpt dit. Hij verzoekt om hiervan thans een aante
kening te maken.
Het lid GERLA citeert de volgende op bladzijde 141, eerste alinea, ver
melde zinsnede: "Bovendien wil hij nog kwijt, dat hem is verteld dat de wet
houder, enzovoorts". Hij mist tussen de woorden "dat" en'tie wethouder" de door
hem uitgesproken tussenzin "door de verenigingsleden in de jeugdadviescom
missie het verwijt is gemaakt dat".
De VOORZITTER zegt toe, dat de band nogmaals zal worden afgeluisterd.
Dit is geschied. De tussenzin wordt alsnog in het verslag opgenomen.
Het lid SCHIPPER vraagt of hij in de volgende raadsvergadering op deze
dan inmiddels vastgestelde notulen kan terugkomen.
De VOORZITTER wijst er op, dat te allen tijde schriftelijke vragen over
wat voor onderwerp dan ook, kunnen worden ingediend.