141 De heer GERLA bevestigt die correctie. Spreker vervolgt met te stellen, dat de gemeente bij afbraak 80$ rijksbijdrage zou krijgen. Door de bestemming ten behoeve van de Matthijs Heldtgroep wordt die bijdrage gemist. De ver bouwing om die groep daarin tijdelijk te huisvesten kost daarnaast dan nog eens 15-200,--. Hij vindt dit grote bedragen. Daarom zou hij willen weten hoe lang men denkt dit pand te gebruiken voor de huisvesting van de jeugd. Hij stelt voor wel in te stemmen met de overheveling naar het grondbedrijf, maar de bepaling wie er in zal komen en de verbouwingskosten ad 15.200, pas vast te stellen, nadat daarover een discussie is geweest met de jeugd- adviescommissie. Die zou moeten aangeven welke groep de hoogste prioriteit moet hebben. Hij zou zich ook nog kunnen voorstellen, dat van die 15,200, aan alle jeugdgroepen een bedrag van bijvoorbeeld 2.000,gegeven zou worden om hun huisvesting op te knappen. Dan waren ze misschien allemaal voorlopig uit de zorgen. Dat neemt niet weg, dat die 15.200,nu niet uitgetrokken zouden mogen worden. Gerust. Maar die besteding zou aangehouden moeten worden in verband met nader advies van de jeugdadviescommissie. Bovendien wil hij nog kwijt, dat hem is verteld dat de wethouder door zijn dubbelfunctie (wethouder voorzitter Matthijs Heldtgroep) duidelijk tot een bevoordeling is gekomen van de Matthijs Heldtgroep. Dat moet het college toch niet zo aangenaam in de oren klinken. De VOORZITTER antwoordt, dat het college wel behoefte heeft aan kamers voor de wethouders, maar die zijn herleid tot beschikbare ruimten voor de wethouders. In het verbouwingsplan zullen dan ook geen aparte kamers opgeno men worden, die voor een heel groot deel van de week.leeg zouden staan en die dan het etiket "wethouderskamer" opgeplakt zouden krijgen. In het totale plan is voorzien in vergaderruimten, die tevens als wethouderskamers dienst kunnen doen. In goed overleg in het college is voor deze oplossing gekozen. Wat de suggestie met betrekking tot een aanbesteding op uitnodiging betreft zegt de VOORZITTER deze graag in overweging te willen nemen. Daar bij komt dan nog wel de vraag of niet een deel van het werk in W.S.W.-verband is uit te voeren. Op de vraag hoe lang het college in het pand Molenbergstraat 21 onder dak denkt te verschaffen aan de jeugdbeweging antwoordt de VOORZITTER, dat hij hoopt, dat dat van blijvende aard zal zijn, maar hij moet zeggen tijdelijk, omdat een en ander afhankelijk zal zijn van wat het nieuwe centrumplan met dat pand zal gaan doen. Mocht het echter in de nieuwe conceptie behouden kunnen blijven voor dat doel, dan zou het nu te voteren bedrag voor wat langer geïnvesteerd kunnen worden. Wat het voorstel van de heer Gerla betreft om de uitgave van die 15.200,tot na een vergadering van de jeugdadviescommissie aan te houden, geeft hij het woord aan wethouder Kamp. Wethouder KAMP zegt, dat in de commissie onderwijs en welzijnszorg vragen zijn gesteld over onder andere de bestemming krachtens het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Het saneringsplan Centrum 1968 geeft aan de onder grond van dat pand de bestemming van winkels bovenwoningen en wegen/pleinen. Die woning zou dus weg moeten. De vraag van de tijdelijkheid is al door de voorzitter beantwoord. Een en ander is afhankelijk van het nieuwe centrum plan. Op korte termijn zal voor de Matthijs Heldtgroep een oplossing gevon den moeten worden. Dat is besproken in de jeugdadviescommissie. Daarbij is helemaal niet de relatie ter sprake gekomen van zijn functie als wethouder en het voorzitterschap van de Matthijs Heldtgroep. Bovendien was deze hele zaak al veel eerder doorgesproken met Scouting Zevenbergen. Daarbij is toen al afgesproken, dat eerst de Matthijs Heldtgroep geholpen zou moeten worden.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 141