137 Het lid HUIJSSOON vraagt de voorzitter of hij niet bevreesd is, dat het niet-reageren andere bedrijven zal afschrikken om naar Moerdijk te komen. Als antwoord hierop wil de VOORZITTER de mededeling wel kwijt, dat het schap op dit moment onderhandelingen voert met enkele bedrijven voor enkele hectaren grond. De belangstelling blijft. Het industrieterrein komt ook nog voor onder de 5 laatste kandidaten voor een levensgrote Europese vestiging. Dat wijst in een andere richting dan de heer van Meurs het publiek wil suggereren, namelijk de mislukking Moerdijk. Indien de raad er op staat, zo gaat spreker verder, dan ben ik bereid de heer van Meurs voor een nader gesprek uit te nodigen. Het industrieschap is niet van mening, dat hierop gereageerd moet worden. De heer MAKKINK brengt naar voren, dat -los van de inhoud van het bewuste artikel- de voorzitter met zijn nieuwjaarsrede wel enige reacties heeft los gemaakt, die ook bepaald niet het peil hebben gehaald, dat de voorzitter daarmee graag gehaald had willen hebben en dat ook Rudy van Meurs nu niet gehaald heeft. De VOORZITTER stelt voor om de mening van de raad over te brengen aan het dagelijks bestuur van het industrieschap. Aan dat bestuur zou het dan over gelaten kunnen worden of verder contact met van Meurs wenselijk is of niet. De VOORZITTER wijst vervolgens op het onder dit agendapunt toegevoegd voorstel om het krediet in rekening-courant bij de n.v.bank voor Nederland- sche gemeenten voor 1976 te verhogen van 3.000.000,naar 4.500.000, Verder wijst de VOORZITTER op de ingekomen vragen van de Hoekse Fractie. Ten aanzien van die vragen heeft het college zich afgevraagd of dit vragen ex artikel 36 of 37 van het reglement van orde zijn. Aangezien de vragen zijn binnengekomen v<5<5r de aanvang van de raadsvergadering, zullen ze worden aangemerkt als vragen ex artikel 37 en derhalve bij de rondvraag worden be handeld, alsmede daarop een antwoord worden gegeven. Op de vraag van het lid Schipper of dan daarover discussie mogelijk is, antwoordt de VOORZITTER ontkennend. Vervolgens maakt de VOORZITTER melding van nog een ingekomen stuk. In de vorige raadsvergadering is besloten aan de heer W.Leijten de ere—penning van de gemeente in goud toe te kennen. Die uitreiking heeft inmiddels plaats gevonden. De krant heeft er in de kop ten onrechte van gemaakt "ereburger". Inmiddels is van de heer Leijten een dankbrief binnen gekomen. De heer Leijten zegt daarin door die onderscheiding bijzonder getroffen te zijn. Hij bedankt burgemeester en wethouders en de raad dan ook bijzonder voor die onderscheiding. Het lid GERLA merkt naar aanleiding van de verhoging van het bedrag van de rekening-courant op, dat deze zaak ook is behandeld in de commissie voor algemeen financieel beheer. Hij is op dit moment kwijt welk bedrag in die commissie is behandeld. Dat bedrag klopte toen wel met het bedrag van de staat G. Hij weet echter niet meer of dat nu 3-000.000,of 4-500.000, was. De VOORZITTER antwoordt, dat het daarin ook ging over het bedrag van 4.500.000, Het lid GERLA zegt dan verder geen bezwaren te hebben tegen de verhoging. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 137