136
De VOORZITTER zegt toe, dat de band nader geraadpleegd zal worden om
na te gaan of aanvulling dan wel schrapping noodzakelijk is.
(Dit is geschied. Schrapping verdient de voorkeur. De laatste alinea
van bladzijde 125 zal dan ook als volgt aanvangen: "Het lid MAKKINK zegt,
dat mevrouw Krijnen-Boot in de gewestraad heeft gevraagd of er al initia
tieven, enzovoorts".
Hierna worden de notulen onder dankzegging voor het opmaken ongewijzigd
vastgesteld, daarbij rekening houdende met de opmerking van het lid Makkink.
5. Ingekomen stukken en mededelingen.
Het lid mevrouw KRIJNEN-BOOT vraagt of het de bedoeling is van gemeente
wege te reageren op de brieven van gedeputeerde staten (B. 1 en 2) of zijn ze
alleen maar toegezonden ter informatie?
De VOORZITTER antwoordt, dat het laatste het geval is. In dit stadium
wordt niet gevraagd te reageren.
Betreffende de reorganisatie binnenlands bestuur bevreemdt het mevrouw
KRIJNEN-BOOT, dat gedeputeerde staten in hun brief aan de minister niets
hebben opgenomen van het standpunt in deze van het stadsgewest Breda. Wat
is daarvan de reden? Is misschien de reactie van het stadsgewest te laat
bij gedeputeerde staten binnen gekomen? Of heeft men bewust weglating ge
pleegd?
De VOORZITTER antwoordt, dat hierover in stadsgewestelijk verband
geïnformeerd zou moeten worden. Hij gelooft niet, dat de brief van het
stadsgewest te laat binnengekomen zou zijn.
Naar aanleiding van punt D5 citeert het lid HUIJSSOON uit een artikel
in een landelijk dagblad over het industrieschap Moerdijk, waarin gesproken
wordt over een schenking van 117.000.000,— aan Shell als een verkapte
subsidie in het kader van de werkloosheid, dat Shell in de watten wordt
gelegd, dat Shell ongevraagd duur zand uit de Biesbosch krijgt, het niet
aanleggen van een groenstrook om dat terrein, het pakken van wat het kan
van het industrieschap om een financieel debacle te voorkomen en dat Moer
dijk een vuilnisbelt dreigt te worden. Spreker vraagt zich af wat hiervan
wel en niet waar is en of het industrieschap overweegt een rectificatie van
dat artikel te vragen of te eisen.
De VOORZITTER zegt aanvankelijk om dat artikel in "Vrij Nederland" te
hebben moeten lachen om het onbenul, wat daarin stond. Die lachbui maakte
al spoedig plaats voor de mening, dat in dat artikel een indroevige zaak
aan de orde werd gesteld. Wanneer ene Rudy van Meurs, die duidelijk beter
kan, in een landelijk dagblad met een oplage van 160.000 stuks, op een der
gelijke groffe wijze zich overgeeft aan aperte onjuistheden, ja zelfs
leugens, dan meent spreker hier te maken te hebben met een van de ergste
maten van milieu-verontreiniging. Hij zegt niet de bedoeling gehad te hebben
om op dat artikel te reageren, alhoewel hem van meerdere kanten gevraagd is
dat te doen. Shell heeft dat wel gedaan op een fijne deskundige wijze. Die
reactie heeft echter de kolommen van "Vrij Nederland" niet meer gehaald. Dat
in dat artikel sprake was van aperte leugens, blijkt wel uit de uitspraak
over de aanleg van de groenzóne. Als het industrieschap ergens ernst van
gemaakt heeft, dan is het van de verplichting tot aanleg van de groenzóne,
die zeker reeds voor driekwart aangelegd is. De voorzitter beklemtoont nog
maals, dat hij dit één van de ernstigste vormen van milieu-verontreiniging
vindt, die hij maar kan bedenken.