"f-"' f
129
Het lid MAKKINK heeft met deze uitleg moeite. Zijns inziens dient aan een
democratische controle een sanctie te zijn verbonden. De burgers missen ten
ene male deze sanctie. Dit geldt vooral voor die leden die a titre personel
in de verschillende commissies zitten.
Het lid KRIJNEN wenst het advies van de commissie ad hoe te volgen. Het
wordt voldoende geacht, dat de culturele commissie, evenals alle andere commis
sies, eenmaal per jaar in het openbaar bijeenkomt. Discussies rond het openbaar
vergaderen verwijst hij naar de algemene beschouwingen.
Het lid HÜIJSSOOH stelt voor om de leden mevr. Krijnen-Boot en dhr. Krijnen
te benoemen tot leden van do culturele commissie. Als plaatsvervangende leden
worden voorgedragen de leden Beljaars (voor mevr.Krijnen-Boot) er; Makkink (voor
dhr. Krijnen)v
Het lid MAKKINK wijst erop, dat het college krachtens het voorstel 2 raads
leden wenst te fioemen. Uit het voorstel blijkt eveneens, dat het college wet
houder Kamp, die tevens ook raadslid is, heeft aangewezen als voorzitter.
Uit de voordracht van het lid Huijssoon trekt hij de conclusie, dat deze de
kandidatuur van wethouder Kamp niet steunt. Er kunnen immers maar twee raads
leden worden aangewezen. Hij steunt de kandidatuur van wethouder Kamp wel.
De VOORZITTER antwoordt, dat krachtens de gemeentewet het voorzitterschap
van een commissie van advies en bijstand dient te worden bekleed door een lid
van het college. Als lid van het college en niet als raadslid heeft hij in deze
commissie zitting. In de raamverordening voor de commissies is nadrukkelijk op
genomen, dat de vertegenwoordigers uit de raad geen wethouder mogen zijn.
De voorgedragen kandidaten aanvaarden hun benoeming tot lid respectievelijk
plaatsvervangend lid van de commissie voor culturele aangelegenheden.
Vervolgens wordt ten aanzien van onderdeel iröonSerhooldeïifètSsfémming
besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.
9. Voorstel tot vaststelling van een verorde
ning op de wijkverenigingen.
Het lid MEVRKRIJNEN-BOOT meent, dat de verordening vooruitloopt op de uit
eindelijk door de raad te verkiezen vorm van de overlegorganen. De raad heeft
in deze nog geen uitspraak gedaan. Verder vindt zij het een onlogische zaak, dat
de verordening op 1 augustus a.s. in werking treedt. Op die datum kan nog geen
erkenning hebben plaatsgevonden.
De SECRETARIS benadrukt, dat aan de orde is een raamverordening. In deze
verordening zijn de algemene voorwaarden opgenomen waaraan een vereniging moet
voldoen, wil deze als wijkraad erkend worden. Aanvaarding van de raamverordening
betekent nog niet dat daarmee de in oprichting zijnde overlegorganen erkend
worden. Dit komt later aan de orde wanneer de verenigingen hun statuten opge
steld hebben. De raad zal deze statuten vervolgens moeten toetsen aan de thans
vast te stellen verordening.
Het lid MEVR.KRIJNEN-BOOT merkt op, dat in de verordening uitgegaan wordt
van een wijkvereniging. De raad heeft t.a.v. de vorm nog altijd geen uitspraak
gedaan. In de verordening wordt dat duidelijk wel gedaan.
Het lid KRIJNEN merkt op, dat door aanvaarding van deze verordening gekozen
wordt voor de privaatrechtelijke vorm.
De VOORZITTER bevestigt dit.
Het lid I'ïAKKINK herinnert aan de enige tijd geleden gevoerde discussie rond
het startsubsidie te verlenen aan de wijkstichting Krooswijlc i.o. De raad heeft
er toen geen twijfel over laten bestaan aan welke vom hij de voorkeur gaf.