126 Hij hoopt dat onze afgevaardigden iedere gelegenheid zullen aangrijpen om voor 1 januari deze zaak hard gemaakt te kunnen krijgen. Hij behoudt echter de nodi ge twijfels in de tijdsduur. Wethouder TROMPERS wijst erop, dat onze afgevaardigden in het verleden regelmatig op dit probleem hebben gewezen. Zij zullen hierin blijven volharden totdat een adequate oplossing is gevonden. De VOORZITTER vindt het bij nader inzien niet juist om aan de acceptering van de voorgestelde wijziging van de "Regeling Stadsgewest Breda" de voorwaarde te verbinden, dat voor 1 januari a.s. de jeugdtandverzorging deel moet uitma ken van het minimum takenpakket. Dit houdt in, dat bij niet—nakoming van deze voorwaarde, de voorgestelde wijziging niet doorgaat. Dit laatste mag zeker niet gebeuren. De vertegenwoordigers van onze gemeente zullen net de inzet van alle krachten moeten blijven proberen om deze tak van de volksgezondheid in het minimumpakket opgenomen te krijgen. Mocht dit echter niet lukken, dan zal in ieder geval dit probleem op een andere wijze tijdelijk opgelost moeten worden. Hierbij wordt gedacht aan samenwerking met andere gemeenten of aansluiting bij Breda. Het streven blijft er echter op gericht, dat de jeugdtandverzorging uiteindelijk in het minimum takenpakket van de districtsgezondheidsdienst wordt opgenomen. Het lid SCHIPPER wijst erop, dat in de begroting van het stadsgewest f 350.000, is uitgetrokken voor de jeugdgezondheidszorg. De jeugdtandverzorging kost per jaar amper f 216.000,Gezien de prioriteit, die wij duidelijk stel len aan de jeugdtandverzorging, dient er toch een mogelijkheid te bestaan om binnen het stadsgewest tot een oplossing te komen. De kosten van de jeugdtand verzorging staan in geen relatie tot de andere kostenraming. Wethouder KAMP merkt op, dat de aangehaalde bedragen betrekking hebben op de stad Breda en niet op het stadsgewest. Bovendien is het geen begroting maar een voorlopige kostenopzet. Het lid MAKKINK vraagt de voorzitter op welke wijze hij de jeugdtandver zorging in stadsgewestelijk verband kan afdwingen. Welke instrumenten hebben we daarvoor? De VOORZITTER antwoordt dat het inderdaad vrij moeilijk kan worden afge dwongen. Toegezegd wordt, dat alles in het werk gesteld zal worden om de jeugd tandverzorging verzorgd te krijgen. Het lid SCHIPPER meent, dat er in deze geen verwachtingen gewekt mogen worden. Hij acht het niet haalbaar om voor 1 januari deze materie tot ieders tevredenheid opgelost te krijgen. De VOORZITTER pleit er nogmaals voor om de wijziging goed te keuren. Nadrukkelijk wordt toegezegd, dat alles in het werk zal worden gesteld om de jeugdtandverzorging voor 1 januari a.s, gerealiseerd te krijgen. Het lid SCHIPPER verzoekt de voorzitter om de regio in kennis te stellen van de thans gevoerde discussie. De voorzitter zegt zijn medewerking in deze toe. Het lid MAKKINK meent uit de gevoerde discussie te mogen opmaken, dac in de begroting 1977 een bedrag voor jeugdtandzorg zal worden uitgetrokken. De voorzitter bevestigt deze opvatting. Het lid MEVR.KRIJNEN—BOOT acht het niet uitgesloten om deze materie in overleg met een aantal andere gemeenten op te lossen. Gepoogd zal moeten worden om in deze geest tot een adequate jeugdtandverzorging te komen. Voor deze goede zaak dienen alle mogelijkheden te worden nagegaan. Het lid MAKKINK toont zich verheugd met deze woorden. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 126