11 Tevens dient daarbij niet uit het oog te worden verloren, dat collega Makkink als lid van provinciale staten kennis kan nemen van vele stukken, betrekking hebbende op de gewesten. Mede door dit laatste vindt spreker hem uitermate geschikt om plaatsvervangend lid te blijven. Hij behoudt zodoende door de informatie, die hem van twee zijden bereikt, een belangrijke stem in de advisering van de afgevaardigden. Spreker doet dan ook een dringend beroep op hem om op zijn eerder ingenomen standpunt terug te komen. Het lid Krijnen vindt het jammer, dat het lid Makkink de aanbeveling en de uitslag van de stemming ziet als een uiting van wantrouwen jegens zijn persoon. Immers, het thans gekozen lid trad, evenals het lid Makkink, als plaatsvervangend lid op. Spreker is het dan ook bepaald niet eens met de op vatting van het lid Makkink, dat de raad nu ineens geen vertrouwen meer in hem heeft. Het lid Huijssoon sluit zich aan bij hetgeen door het lid Krijnen naar voren is gebracht. Ook bij hem bestaat er geen enkel wantrouwen. Het lid Makkink stelt, dat hij weinig begrip op kan brengen voor het geen nu gezegd is. Destijds werd hij door de raad aangewezen als plaatsver vanger voor de afgevaardigde van Engelen. Nu deze laatste ontslag heeft ge nomen als raadslid, mag toch worden aangenomen, dat het plaatsvervangend lid zijn plaats zou innemen. Immers, wanneer de afgevaardigde verhinderd is de vergaderingen van het stadsgewest bij te wonen, zal hij toch ook de raad aldaar moeten vertegenwoordigen. De raad achtte hem daarvoor geschikt. De uitslag van de stemming spreekt echter geheel andere taal. De raad denkt er kennelijk anders over. Dit is dan ook, wat spreker bedoeld heeft met te zeg gen: "Bedankt voor het gestelde wantrouwen." Bij het stellen van kandidaten moet er rekening mee gehouden worden, dat het om personen gaat. De voorzitter vraagt het lid Makkink of deze, na het beroep van de raad, bereid is zijn standpunt te herzien. Het lid Makkink vraagt enige bedenktijd. De voorzitter stemt ermee in, om er tijdens-de eerstvolgende vergade ring nader op terug te komen. Vervolgens wordt er op gewezen, dat het lid Santbergen als geïnteres seerd burger zitting heeft in het college voor de verlening van bijstand. Het college heeft geen bezwaren tegen de voortzetting van dit lidmaatschap gedurende de verdere zittingsperiode van de raad. De voorzitter vraagt hier over de mening van de raad. Het lid Gerla ziet zeer gaarne, dat het lid Santbergen dit continueert.- Spreker heeft alle vertrouwen in hem. Het lid Makkink sluit zich hierbij aan. De voorzitter concludeert, dat de raad akkoord gaat met een continuering van het lidmaatschap van het lid Santbergen in het college voor de verlening van bijstand voor de verdere zittingsperiode van de raad. 9. Voorstel tot wijziging van de bezoldi gingsverordening 1967 (in casu aanpassing salarissen per 1 augustus 1975). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 11