v q-iidjiri rsssr, qo jut.'ivfSO-t Hit'.- '-ixgi "v i••'■v :rs»é PÊUt q.^'trr-.v jTW [l»T r1 "I 7b"'XO\ 19 r? r iv<9C.; Vt fe? f sr.cs -»iE ./r- IV r :i'UK -'S I**'- .am';'-" 1 v t a&ttaam- i iv j'. i X 114 7. Voorstel tot subsidieverlening agn de telefonische hulpcentrale S.O.S.-dienst Breda, voor het jaar 1976. Het lid HUIJSSOON stelt, dat hij geen moeite heeft met het bedrag. Het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk verleent geen sub sidie, aangezien zij afwijzend staat tegenover het mogelijk scheppen van precedenten. Hij vraagt zich af of de plaatselijke overheid dan ook geen precedenten gaat scheppen. Hij meent, dat voor de mens in nood al genoeg sociale organisaties actief zijn. Het meest bevreemdde hem de argumentatie in het voorstel. Gesteld wordt dat het in de lijn der verwachtingen ligt, dat er vanuit Zevenbergen met een zekere regelmaat een beroep op deze in stelling zal worden gedaan. Verwacht het college dit omdat we gaan subsi diëren? De VOORZITTER antwoordt, dat er nu reeds vanuit Zevenbergen de nodige contacten met deze centrale worden gelegd. Dit is een unieke aangelegenheid. De anonimiteit kan desgewenst volledig bewaard blijven. De minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk zegt: "Landelijk niet bijdragen'; maar hij verwijst juist naar de gemeenten. Deze afwijzing van de minister mag voor ons geen reden zijn om er ons ook aan te onttrekken. Het lid GERLA heeft begrepen, dat de gemeente Breda in beginsel zelfs bereid is om de subsidienorm van 0,03 per inwoner te verhogen. Zij heeft hier echter de voorwaarde aan verbonden, dat de omliggende gemeenten ook hun steentje zullen bijdragen. Helaas is hem ter ore gekomèn, dat er een aantal gemeentebesturen zijn, waaronder Klundert, die afwijzend tegenover het ver zoek om subsidie staan. In dit verband doet hij de suggestie om bij ontbreken van voldoende belangstelling bij de omliggende gemeenten, waardoor mogelijk de centrale in moeilijkheden kan worden gebracht, het stuk opnieuw in stem ming te brengen. Bezien zal dan moeten worden of ter continuering van het S.O.S. de eigen bijdrage niet verhoogd moet worden. Dë^VOORZITTER antwoordt dat deze suggestie graag wordt overgenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. IaVoorstel tot verbouwing c.q. uitbreiding van de openbare school met êén kleuterklas en drie lokalen voor het basisonderwijs. Het lid mevrouw KRIJNEN-BOOT wijst erop, dat de raad destijds bij de bouw van deze school geconfronteerd werd met een tekort van 3 ton. Zij had het juister gevonden als het college bij dit voorstel meer financiële gege vens had overgelegd. Het lid HUIJSSOON merkt op, dat de uitbreiding bij de aanvang van het nieuwe schooljaar nog niet zal zijn gerealiseerd. Uitgeweken zal moeten wor den naar noodlokalen. Deze lokalen echter worden momenteel reeds benut. Hij vraagt of de wethouder de toezegging kan doen, dat de scholen die thans van de noodlokalen gebruik maken bij aanvang van het nieuwe schooljaar een defi nitieve plaats hebben gevonden in het multifunctionele gebouw. Het is toch niet de bedoeling om ten behoeve van het openbare onderwijs een andere school op straat te zetten? Het lid SCHIPPER verwijst naar de door het lid mevrouw Krijnen-Boot gestelde vraag. Hij verlangt een goede financiële planning in deze. Het lid MAKKINK vindt het een goed voorstel. Het is een voorstel, dat in het belang van het kind is. Het kind, dat de kans moet krijgen om zich onder optimale omstandigheden tot een zelfstandig wezen te ontwikkelen.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1976 | | pagina 114