10
Spreker doet nogmaals een dringend beroep op de raad om te komen tot
zittingXhebbeng C0mmissies' waarin de vertegenwoordigers van Zevenbergen
De voorzitter stelt, dat dit in stadsgewestelijk verband door de afge
vaardigden voorgesteld kan worden. Spreker wijst erop, dat binnen het
stadsgewest met regionale indelingen wordt gewerkt. De heer van Engelen
heeft van den beginne af geen vrede gehad met deze regionale opstelling.
Hij heeft dan ook, onder meer uit zijn politieke overtuiging, aan geen en
kele voorbespreking ter vorming van de commissies deelgenomen. Dit is ook
de reden, dat hij in geen enkele commissie zitting had.
1 M2LT°?r*itteJ aaht.het nuttig, dat nu binnen het stadsgewest de door het
Makkink beoogde herindeling aan de orde wordt gesteld.
Het lid Krijnen merkt op, dat destijds het lid Kakkink werd aangewezen
als plaatsvervanger van de heer van Engelen. Spreker vindt het juister, als
het plaatsvervangend lid nu aangewezen wordt als volwaardig lid van het
stadsgewest Breda. Hij stelt bij deze het lid Makkink kandidaat voor de
vakature
Het lid Gerla vraagt het lid Makkink naar diens bezwaren tegen de kan
didatuur van het lid Beljaars.
Het lid Makkink stelt, dat dit niet aan de orde is geweest.
De voorzitter leidt uit de discussie af, dat
a. ingestemd wordt met de voordracht om het lid mevrouw Krijnen-Boot te be
noemen in de jeugdadviescommissie en
b. voor de ene vakature in het stadsgewest twee kandidaten zijn gesteld (te
weten de leden Beljaars en Makkink).
Vervolgens wordt tot stemming overgegaan. De leden Krijnen en Wijnen
fungeren op verzoek van de voorzitter als stembureau.
Uitslag schriftelijke stemming:
het lid Beljaars 10 stemmen;
het lid Makkink 2 stemmen;
blanco uitgebracht: 3 stemmen.
Op verzoek van de voorzitter accepteert het lid Beljaars zijn benoeming
in het stadsgewest Breda.
Het lid Makkink geeft te kennen, dat hij niet langer als plaatsvervan
gend lid wil blijven fungeren. Uit de voordracht blijkt, dat het plaatsver
vangend lid niet langer het vertrouwen van de raad geniet, maar dat er juist
een bepaald wantrouwen uit spreekt.
Het lid mevrouw Krijnen-Boot stelt als plaatsvervangers in het stadsge
west Breda voor de leden Wijne en Schipper. Eerstgenoemde voor haar zelf en
laatstgenoemde voor het lid Beljaars.
De voorzitter wijst het lid Makkink erop, dat de raad er prijs op blijft
stellen, als hij plaatsvervanger blijft.
Het lid Makkink zegt, dat hij dit niet begrepen heeft uit de aanbeveling
van het lid mevrouw Krijnen-Boot. Spreker heeft er geen enkele behoefte aan
om op het eerder ingenomen en kenbaar gemaakte standpunt terug te komen.
Het lid Schipper zegt, dat hij geen kandidaat is om als plaatsvervangend
lid van collega Beljaars te fungeren. Hij betreurt het, dat het lid Makkink
zich terugtrekt. Van de kant van zijn fractie bestaat er geen enkel wantrou
wen. Spreker vindt het nuttig, dat het lid Makkink als plaatsvervangend lid
aanblijft. Immers, hij krijgt in die hoedanigheid alle stukken van het stads
gewest toegezonden en blijft zodoende nauwgezet op de hoogte van de problema
tiek binnen het stadsgewest.