■zitï'&ïxiLï-v «N.-J. UftiV A" A l.i'- hosIÏA \ir..u.c..- t iï.f' ':."f :;C -t.:>Lxja't A,-:.,;i.: ü-S.t i"ï' aA.L.a "o1 •T6'v?OV 1 .'-A Cv'-'lAOO .aS.'Xi'y'P.' f?V -r;— 'A -V 'iO'- - ■■■A-. A'";" VA .:jl .'■-j ja- "aaiava r icr'A: ''vo' 14 'a d'er izi'.'i; iO'? Hp.-'- AB'ir'J. •J. -A. el .''■.via' .AO-' I' 'AT 1 f.--. a" x :v?;Ajr.' 1-Sb - V-A aa .;iPlf.-.Av U .A:,., t.r**1 -V-. ism rw AjiXtTVA J' 99 9. Voorstel tot wijziging van de verordening tot instelling van een college voor de verlening van bijstand (ie wijziging). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 10. Voorstel tot benoeming van een tweetal leden in het college voor de verlening van bijstand alsmede een gelijk aantal plaatsvervangende leden. Het lid Makkink zegt, dat een samenleving bestaat uit diverse maatschap pelijke stromingen, van waaruit die mensen verschillende inzichten hebben op de maatschappij. Eén van de uitingen daarvan is, dat de politieke partijen geformeerd worden en zich laten vertegenwoordigen in openbare lichamen om die maatschappelijke stromingen te vertolken. Ook deze raad kent een aantal politieke groeperingen. Hij zou de raad willen vragen om met zijn benoemings beleid met deze diverse maatschappelijke stromingen zoveel mogelijk rekening te houden, dit toch zeker als het gaat om een commissie inzake de algemene bijstandswet. Hij zou dan ook willen voorstellen om de voordracht, die het college met betrekking tot de raadsleden heeft gedaan te willen omdraaien, namelijk dat de heer Krijnen als nummer 1 wordt geplaatst en de heer Boot als plaatsvervanger. Ten aanzien van de voordracht van de twee burgers is in de commissie voor onderwijs en welzijnszorg gesteld, dat van deze personen te weinig antecedenten bekend zijn. Gevraagd is daarom om deze antecedenten op de eerstvolgende raadsvergadering aan de raadsleden te verstrekken. Spreker weet, dat deze verzameld zijn, maar dat de raadsleden deze niet hebben kunnen inzien. Hij stelt voor de raadsleden alsnog van deze antecedenten kennis te doen nemen. Wethouder Kamp geeft hierna een beschrijving van beide kandidaten. Het lid Gerla zegt, dat hij 3 van de 4 kandidaten kent. De heer NiQUWe- link kent hij niet. Zijn enig bezwaar zit in de kandidatuur van de heer Boot. Enerzijds vindt hij het terecht, dat de eerste plaats naar de partij algemeen belang gaat, als zijnde de grootste partij in de raad. Anderzijds vindt hij het jammer, dat die partij iemand naar voren heeft gebracht, die tevens op zichter van de W.S.W. is. Zijns inziens is dit een niet wenselijke combinatie. Dit is de eigenlijke reden, waarom hij zou kunnen instemmen met het voorstel van de heer Makkink om de volgorde om te draaien. De antecedenten gehoord hebbende van de heer Nieuwelink, zegt spreker daarin geen aanleiding te vinden om die kandidatuur om te draaien. Het lid van Engelen stelt, dat men bij benoemingen in commissies en dergelijke bezig is met het weergeven van de feitelijke machtsverhoudingen tussen de politieke en maatschappelijke groeperingen. Bij de bezetting van de commissies na de gemeenteraadsverkiezing, wordt dat krachtenveld duidelijk in het vizier genomen en wordt getracht zoveel mogelijk minderheden te hono reren. Helaas is daar in de laatste raadsvergadering door een voorstel van mevrouw Krijnen-Boot een streep door gezet. Vanuit dat totale kader zou spreker ook nu deze kandidatuur willen benaderen. Ook door deze kandidatuur wordt geen recht gedaan aan politieke minderheden. In die zin wil hij dan ook het voorstel van het lid Makkink om de kandidatuur van de raadsleden om te draaien ondersteunen. Indien een stemming daarover toch de voordracht van het college zou mogen honoreren, dan houdt spreker zich de vrijheid voor om bij de stemming voor de andere kandidaten opnieuw voor te stellen om die kandida tuur ook om te draaien, zodat de heer Santbergen nummer 1 en de heer Nieuwe link nummer 2 zal zijn. Dit zal dus afhangen van de uitslag van de eerste stemming.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1975 | | pagina 99