m
I
f
78
Het lid Makkink meent, dat het lid Gerla aan de zaak voorhij gaat zonder
de grondprijs te koppelen aan de huren van de woningen, die daar gebouwd
moeten worden, en aan andere gemeenschapsvoorzieningen, die sterk aan de
grondprijs zijn gekoppeld. Zonder daarbij aan te geven, wat er verder moet
gebeuren, vindt hij beneden peil van de fractievoorzitter van de V.V.D.
De voorzitter zegt, dat het college zich achter de motie schaart. Hij
vraagt aan de leden wie niet met de motie kan instemmen. Dit geschiedt met
handopsteken.
Tegen de motie stemmen de leden Gerla, Vissers en Wijne.
De voorzitter constateert, dat de motie met 12 stemmen vóór en 3 stemmen
tegen is aangenomen.
Het college zal de motie verder in uitvoering nemen, aldus de voorzitter.
De voorzitter zegt, dat volgens de agenda na afloop van de vergadering
zuiver informatief een schets van het toekomstige bestemmingsplan Hazeldonk
(ie fase) aan de raad zou worden voorgelegd. Hij vraagt of men er mee kan
instemmen om dit in aansluiting op het voorgaande meteen te doen.
Hiermede wordt ingestemd.
Aan de hand van een tekening geeft de heer Nijmeijer een korte toelich
ting op het plan.
De voorzitter zegt, dat alles in het werk gesteld zal worden om de
sociale woningbouw in dit plan veilig te stellen. Mocht dat wijzigingen in
het plan met zich brengen, dan zal -in overleg met de commissie voor de
ruimtelijke ordening en met de raad- niet geaarzeld worden die alsnog aan te
brengen.
Het lid Makkink vraagt hoe men dit gedeelte denkt te gaan ontsluiten.
De voorzitter antwoordt, dat het totale plan Hazeldonk veel meer en
betere ontsluitingen krijgt dan deze eerste fase. Deze eerste fase zal nog
in hoofdzaak aangewezen zijn op de Hazeldonkse Zandweg.
Hierna wordt conform de toezegging tijdens het laatste vragenuurtje
onder dit agendapunt nog ingegaan op de nog niet of niet geheel beantwoorde
vragen van het vragenuurtje dd.7 mei 1975.
5. Voorstellen tot verkoop van bouwterrein.
Met betrekking tot de bijlagen 38 en 39 wordt door het lid mevrouw
Krijnen-Bootrespectievelijk het lid Gerla opgemerkt, dat men al volop met
de bouw bezig is. Beiden vragen zich af wat de consequenties zouden kunnen
zijn, indien de raad tegen deze voorstellen "nee" zou zeggen, waarop de voor
zitter antwoordt, dat de bouwers op eigen risico met de bouw zijn begonnen.
Het lid Makkink vraagt hoe nu eigenlijk de welstandsbeoordeling van de
bouwplannen geschiedt. De gemeente kent namelijk een architect Wissing, een
lid van de werkgroep Krooswijk namens bureau Wissing en een stedebouwkundige
Wissing. Zijn vraag is hoe het college de architectonische eenzijdigheid van
de bouw in de nieuwbouwwijken denkt te doorbreken.
De voorzitter antwoordt, dat deze vraag alleen maar kan slaan op plan
nen, die na Krooswijk gerealiseerd zullen gaan worden. Voor Krooswijk was ge
kozen voor een supervisie door een team op alles wat daar gerealiseerd werd.
Van dat team is ingenieur Margry uit Breda de voorzitter. Dus ook alle bouw
plannen worden aan het oordeel van die werkgroep Krooswijk onderworpen. Voor
plannen na Krooswijk, zal zeker een andere vorm worden gekozen, dit in over
leg met de commissie voor de ruimtelijke ordening.
Met betrekking tot bijlage 42 volgt hierna een uitgebreide discussie.