77
De voorzitter meent te mogen constateren, dat de meeste sprekers de
grondspeculaties van makelaars afkeurenswaardig vinden en in strijd achten
met de mening van de raad over grond aankopen en uitgeven ten behoeve van de
woningbouw. Het verwijt over slagvaardigheid wijst spreker van de hand. Een
gemeente kan nooit zo slagvaardig zijn als makelaars, aangezien zij reeds
kopen, voordat een plan in procedure is. De gemeente krijgt pas goedkeuring
op aankoopbesluiten, indien de gronden liggen in een plan, dat in procedure
is gebracht en dan nog voor een prijs, die door gedeputeerde staten moet
worden goedgekeurd.
Aan het lid van Engelen wordt hierna de gelegenheid gegeven nader in te
gaan op de gemaakte opmerkingen.
Met betrekking tot de opmerking van het lid mevrouw Krijnen-Boot, dat
zij .weinig concreets in diens betoog zou hebben kunnen bespeuren, zegt het
lid van Engelen wel degelijk bepaalde concrete zaken aangehaald te hebben.
Zo heeft hij gesteld, dat hij van mening is, dat de gemeente Zevenbergen alle
gronden in dit bestemmingsplan dient te verwerven en zelf het bestemmingsplan
in uitvoering dient te nemen met alle (financiële) consequenties van dien.
Hij weigert op zij te gaan voor de machtsstructuren van deze samenleving. Als
het lid Wijne vraagt of de gemeente niet is achter gebleven bij de prijsont
wikkeling van landbouwgronden, dan zou hij daar op willen zeggen, dat de
betrokken landbouwers altijd een procedure tot onteigening ter zijde staat
om over een rechtvaardige prijs een uitspraak te krijgen. In dit land wordt
de individuele eigenaar nog altijd meer gehonoreerd dan de gemeenschap.
Hierna leest het lid van Engelen zijn motie voor.
"De raad van de gemeente Zevenbergen,
in vergadering bijeen op 24 juni 1975»
gehoord de discussies,
spreekt als zijn oordeel uit, dat grondspeculaties indruisen tegen het belang
van de volkshuisvesting;
van mening, dat dit belang eist, dat bestemmingsplannen onder eerste verant
woordelijkheid van de gemeente behoren te worden uitgevoerd en de gronden
derhalve door de gemeente in eigendom behoren te worden verworven;
nodigt het college van burgemeester en wethouders uit daartoe alle noodzake
lijke stappen te ondernemen;
dringt bij de rijksoverheid aan op een spoedige wettelijke regeling ter zake
en gaat over tot de orde van de dag.
Deze motie is ondertekend door de leden van Engelen, Krijnen, Makkink en
van Oerle.
Hierna volgt overhandiging van de motie aan de voorzitter.
Desgevraagd blijkt er geen behoefte aan te bestaan, dat de voorzitter de
motie nogmaals voorleest.
Het lid Huijssoon zegt het met de inhoud van de motie eens te zijn, met
dien verstande, dat hij niet van oordeel is, dat iedere grondspeculatie in
druist tegen het belang van de volkshuisvesting. Graag zou hij gezien hebben,
dat was gesteld, dat onbeperkte grondspeculaties indruisen tegen het belang
van de volkshuisvesting.
Het lid van Engelen heeft tegen toevoeging van het woord "onbeperkte"
geen bezwaar. Ook de overige ondertekenaars van de motie kunnen met deze
toevoeging instemmen.
Het lid mevrouw Krijnen-Boot zegt met de inhoud van de motie geen moeite
te hebben. Zij vindt wel, dat men nog even goed voor het probleem op zich
blijft staan.
Het lid Gerla ziet geen enkele reden om iemand, die eigenaar is van een
stuk grond, de mogelijkheid te ontzeggen om daarop iets te bouwen conform de
plannen. Hij zal dan ook tegen de motie stemmen.