74
Vraag 1Is het college van burgemeester en wethouders op de hoogte van het
feit, dat in het toekomstige bestemmingsplan Hazeldonk door bouw
ondernemingen, c.q. projectontwikkelingsmaatschappijen gepoogd wordt
gronden aan te kopen tegen aanzienlijk hogere prijzen dan tot dus
verre door de gemeente zijn betaald bij aankopen ten behoeve van
best emmings plannen
Antwoord: Deze vraag kan bevestigend worden beantwoord. Wij wezen op deze
pogingen tijdens de besloten zitting, na afloop der raadsvergadering
van 13 mei 1975 - Aan enige eigenaren en/of pachters werden dezer
zijds aanbiedingen gedaan. Wat de verkoopwaarden betreft gingen onze
aanbiedingen uit van de laatst betaal.de prijzen in plan Bosselaar.
Voor eigenaar tevens gebruiker lag deze prijs op 2,75 0,25
goodwill (tegemoetkoming ter voorkoming van onteigening).
Boven deze verkoopwaarde ontvangt de eigenaar/tevens gebruiker, nog
een vergoeding wegens inkomstenderving, gebaseerd op do netto op
brengst met betrekking tot het aangekochte.
Voor een eigenaar (niet tevens gebruiker van de grond) lag de prijs
op 2,40 0,25 goodwill.
De vergoeding voor de pachter was afhankelijk van de netto opbrengst.
Indien sprake zou zijn van belastingschade, wegens uitkering van
een bedrag ineens, wat zonder aankoop/pachtontbinding over een serie
jaren zou worden ontvangen, zou deze schade, te berekenen door de
inspekteur der belastingen, nog apart worden vergoed, (de term be
lastingschade is wel een apart begrip.
Vraag 2. Is het college van burgemeester en wethouders niet van mening, dat
deze ontwikkeling in strijd is met het beleid met betrekking tot de
ruimtelijke ordening, zoals vastgelegd in de beleidsuitgangspunten
voor de huidige zittingsperiode van de raad?
AntwoordOok deze vraag moeten wij bevestigend beantwoorden. Toen wij deze
gang van zaken gewaar werden, hebben wij u hiervan in kennis gesteld
na afloop der vorige raadsvergadering. Uw vergadering kent ons stre
ven van de zogenaamde actieve grondpolitiek (hiertegenover staat de
passieve grondpolitiek). Deze politiek rmdea wij tot nog toe voeren.
Alle grond benodigd voor woningbouw etcetera werd door de gemeente
aangekocht en na bouwrijpmaking enzovoorts wederom uitgegeven.
Echter door hearings, informatie-avonden en dergelijke, worden toe
komstige ontwikkelingen ook bij anderen (denk aan projekt-ontwikke-
laars) bekend en trachten zij warme grond aan te kopen.
Een middel om deze aankopen tegen te gaan bezit de gemeente niet.
Dit rechtsverkeer is vrij en kan uiteraard eerder vastgelegde
beleidsuitgangspunten doorkruisen.
Vraag 5. Indien vraag 2 bevestigend wordt beantwoord, wat denkt het college
van burgemeester en wethouders dan te ondernemen om deze ontwikke
ling een halt toe te roepen?
AntwoordOpgemerkt moet worden dat tegen de projectontwikkelaar die eigendom
van grond heeft verworven, geen middelen van onteigening gehanteerd
zullen kunnen worden, indien deze projectontwikkelaar overeenkomstig
de voorschriften van het bestemmingsplan bereid is te bouwen.
In het geval Hazeldonk hebben wij te maken met een nog niet goedge
keurd bestemmingsplan. De projectontwikkelaar(s) lopen dus grote
risico's. Hij is aangewezen op een nauwe samenwerking met de gemeen
te en hij zal bovendien aan de gemeente alle kosten moeten betalen,
welke op basis van de bouwgrond-exploitatieverordening hem in reke
ning worden gebracht.
Het is duidelijk dat de gemeente grote zorgen heeft met de sociale
woningbouw omdat de belangen van deze bouw veilig gesteld zullen
moeten worden.