■- i'/.i'j' j: i.-" -:r/-sol off,
i:se I..:>h ;xt;v rTocfq-.vc i-d rv:>.-
- ow e, i eat
CS L
nt 7 t-t'h? a/; ,y:C\-y
yp~: j. o p.if' -l o
sin '.',0. 1'
"■Oi
c
LO'i'.V
io'U'
J
'•y HS.C ««v
,0'
i; Won v!
oi:M
0 t O;'' "'.fff
r-oJ
.sVO'hvp- -b-'I
•in
■hi at
1 ïho y
61
De voorzitter antwoordt, dat dit niet de bedoeling is. Men belandt dan aan
in een heel ander beleidspunt. Dat zou via subsidies opgevangen moeten worden.
De huurtarieven moeten scherp gehanteerd worden.
Aansluitende op de vraag van het lid Makkink en het daarop gegeven ant
woord vraagt het lid van Engelen of het ook in de bedoeling van het college
ligt om aktief iets te gaan doen aan de bevordering van de sportieve recre
atie. Het college zegt "Indien het nodig blijkt, danMen kan de zaak
ook anders benaderen. Gaat u het propageren? Zo ja, gaat u dan ter bestrij
ding van de onkosten daarvan een claim indienen bij het departement op de
subsidietitel, die C.R.M. heeft voor de bevordering van de sportieve recreatie?
Over die subsidiepot heeft ook het college een circulaire gehad.
De secretaris antwoordt, dat een advertentie is geplaatst, waarin is ge-
vrezen op de mogelijkheid om individueel sporten te bedrijven in de sporthal.
Als er in het kader van C.R.M. subsidiemogelijkheden zijn, dan moet daar na
tuurlijk gebruik van gemaakt worden.
Het lid Gerla merkt op, dat in de commissievergadering opmerkingen zijn
gemaakt over sluiting van de sporthal op Hemelvaartsdag en verder gedurende
maximaal 5 dagen per jaar. Wat gaat het college daarmee doen?
Wordt dat aangepast? Op die opmerkingen is in feite geen antwoord gekomen.
De voorzitter antwoordt, dat deze bepaling is overgenomen van alle regle
menten van sporthallen in de omgeving.
Het lid Gerla zegt zich te kunnen voorstellen, dat op Hemelvaartsdag
buiten sportevenementen zijn geregeld, maar dat men wegens het weer daarvoor
naar binnen moet. Zoiets moet z.i. dan mogelijk zijn.
Wethouder Trompers zegt nog, dat dit -zoals reeds is gezegd- overgeno
men is uit andere reglementen. Daarnaast is daarbij tevens gedacht aan de mo
gelijkheid om gedurende een bepaald aantal dagen per jaar in die hal andere
evenementen te kunnen houden, dit uiteraard in goed overleg met die vereni
gingen, die een contract met de gemeente hebben gesloten tot gebruik van de
hal.
Het lid Gerla merkt nog op, dat die vragen eigenlijk zijn gerezen om te
voorkomen, dat dat aantal in de praktijk vermeerderd zou worden. Dit zou
frustraties kunnen opwekken bij de vaste gebruikers. Men kan zijns inziens
beter spreken van b.v. 7 en dat het er in de praktijk maar 5 worden, als
andersom.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
16. Voorstel met betrekking tot het heffen
van belastingen i.v.m. reconstructiewerk
zaamheden, waardoor eigendommen worden ge
baat.
Het lid Wijne betuigt namens zijn fractie instemming met het voorliggen
de voorstel. Persoonlijk is hij erg blij met dit voorstel. Bij de stemming in
augustus 1971 over de baatbelasting bij de demping van de haven was hij één
van de tegenstemmers. Hij weet wat baatbelasting is, aangezien hij zelf al
sinds 1956 daarvoor wordt aangeslagen.
Het lid Makkink vraagt of er nu al rekening mee gehouden wordt, dat de
onroerend-goedbelasting verhoogd gaat worden, omdat in het voorstel staat,
"eventuele baatbelasting niet te heffen". Met andere woorden mocht baatbelas
ting wel geheven moeten worden, dan komt er een verhoging van de onroerend-
goedbelasting.