57
Het lid van Engelen vindt, dat het lid Makkink ten onrechte meent, dat
over het zgn. "groene licht" geen stemming kan plaats vinden. Er is alleen
maar afgesproken, dat in de verslagen geen slotzin meer zal komen als "de
commissie stemt in met het voorstel". Er komt viel uit of de commissie het
voorstel rijp acht voor behandeling in de gemeenteraad. En daarover kan
uiteraard een stemming plaats vinden in de commissie. Dat is ook een besluit
van de commissie.
De voorzitter zegt wijziging van de verordening toe conform de wens van
het lid Makkink.
Met betrekking tot artikel 2, lid 1, merkt het lid Makkink nog op, dat
de samenstelling van de commissies eens in de 4 jaar na de verkiezingen een
gebeurtenis is, wat voorbehouden is aan de politieke samenstelling in de raad.
Dat staat los van de politieke samenstelling van het college van burgemeester
en wethouders. Hij acht de raad capabel genoeg om voor de samenstelling van de
commissies voorstellen ter zake te doen. Dit is ook bij de huidige raad ge
beurd onder leiding van de heer Trompers. In een openbaar fractieberaad is
daarover overeenstemming bereikt. Hij vindt het daarom juister in het bewuste
lid de passage "Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd terzake
een aanbeveling te doen" achterwege te laten.
De voorzitter antwoordt, dat dit een zaak van de raad is. Voor het col
lege is dit geen halszaak. Het kan in bepaalde gevallen wel eens nodig zijn
om met een aanbeveling te komen. Er staat overigens slechts "is bevoegd".
Het houdt geen opdracht in om met een aanbeveling te komen.
Het lid Gerla meent, dat het college deze bevoegdheid moet blijven behou
den. Hetzelfde is nu geschied met de aanbeveling om het lid van Engelen deel
te laten gaan uitmaken van de financiële commissie. Of de raad die voorstellen
overneemt, is een andere zaak.
Het lid van Engelen zegt het een3 te zijn met de zienswijze van het lid
Makkink. Ei© verdeling moet zijns inzienq4en akkoord zijn tussen de verschillen
de raadsfracties.
Het lid Schipper stelt voor de huidige redactie te handhaven. De laatste
keer heeft het college de zaak ook goed gespeeld. Hij ziet niet in, waarom
dat een volgende keer weer niet zo zou kunnen.
Het lid Makkink zegt, dat het lid Schipper daarmee een stuk politiek fvn
het college geeft, wat uitsluitend thuis hoort bij de raad.
De voorzitter antwoordt, dat de beslissing en de benoeming uitsluitend
bij de raad blijft.
De voorzitter zegt artikel 2, lid 1zoals dat nu geredigeerd is, in
stemming te willen brengen.
Het lid van Engelen meent, dat volstaan kan worden met de aantekening,
dat de leden Makkink, Krijnen en van Engelen de bewuste zin-snede geschrapt
willen zien en dat de rest van de raad de redactie wil handhaven.
De voorzitter zegt die snelheid van geest niet te willen opbrengen. Hij
brengt de zaak liever in stemming.
Hierna volgt de stemming.
Voor handhaving van de huidige redaktie stemmen de leden mevr.Krijnen-
Boot, Wijne, Vissers, Kamp, Gerla, Huijssoon, Trompers, Beljaars, van Oerle,
Schipper en Boot.
Tegen handhaving van die redaktie stemmen de leden Makkink, van Engelen
en Krijnen.
De voorzitter constateert, dat met elf stemmen vóór en 3 stemmen tegen
het tegenvoorstel van het lid Schipper is aangenomen en dat derhalve de hui
dige redaktie van artikel 2, lid 1, zal worden gehandhaafd.