48
Andere leden zijn weer van oordeel, dat men in nader overleg zeker tot
andere gedachten moet kunnen komen, indien dat wenselijk wordt geacht.
De voorzitter vraagt of men kan instemmen met het voorstel van de
Hoekse fractie om voor wat het vragenuurtje betreft de betreffende donderdag
te verlaten en te brengen naar voor de raadsvergadering.
Hierna ontstaat een zeer lange en uitgebreide discussie over het voor
stel van de Hoekse fractie met daarop verschillende amendementen en sub
amendementen, waarbij onder andere het lid Schipper nog suggereerde om het
vragenuurtje aan de commissievergaderingen te koppelen. Ook hiertegen werden
weer bedenkingen naar voren gebracht.
Ten lange laatste stelt het lid mevrouw Krijnen-Boot namens haar fractie
voor het reglement wat de artikelen 36 en 37 betreft, op zijn huidige redak-
tie onverkort te handhaven en daarmede dus ook de betreffende donderdag ook
maar te nemen.
Dit ontlokt bij het lid Huijssoon de opmerking, dat men dus meer dan
een uur voor niets heeft zitten praten. Het is zonde van de tijd geweost,
aldus spreker.
De voorzitter vraagt of hij daaruit mag afleiden, dat de artikelen 36
en 37 worden aanvaard, zoals ze in het ontwerp staan.
Het lid Makkink zegt daar geen bezwaar tegen te hebben, mits ze worden
geïnterpreteerd in de geest van het rapport van de commissie ad hoe.
Geconstateerd wordt nog, dat uit de discussie mag worden afgeleid, dat
voor het vragenuurtje op donderdagavond geen presentiegeld betaald zal wor
den.
Bladzi.ide 12.
Met betrekking tot artikel 46, 1e lid, waarin staat, dat de rekeningen
worden onderzocht door een commissie, vraagt het lid Makkink in dat lid op
te nemen, dat de samenstelling van die commissie zodanig dient te zijn, dat
de verschillende fracties daarin vertegenwoordigd dienen te zijn.
De voorzitter acht het niet noodzakelijk dit in het reglement op te
nemen. Dit kan de raad toch bij de benoeming van die commissie eisen. Als
de raad er mee instemt, wil hij dit voorstel niet overnemen, omdat het zijns
inziens onnodig is dit nader te regelen.
Met die conclusie wordt ingestemd.
Hierna constateert de voorzitter, dat dit reglement onder de nodige nog
aan te brengen wijzigingen is aangenomen.
10. Voorstel tot wijziging van de begrotingen
1974 en 1975.
De voorzitter brengt nog naar voren, dat de begrotingswijziging met be
trekking tot de aanschaf van containers uiteraard wordt ingetrokken.
Het lid Makkink stelt nog, dat destijds bij het vaststellen van de be
groting 1975 is gezegd, dat op die ene post de begroting niet opgehouden kon
worden, maar dat te zijner tijd die post bij begrotingswijziging eventueel
afgevoerd zou moeten worden. Die begrotingswijziging is niet aan de raad
voorgesteld. Zijns inziens is na aanneming van de motie duidelijk, dat die
er alsnog zal moeten komen.
De secretaris antwoordt, dat straks een motie is aangenomen, waarbij een
investering van 27.000,van de begroting is afgevoerd. Die investering
stond echter niet op de begroting. Er stond alleen maar een kapitaalslast op.