c
V,
47
Met betrekking tot artikel 35» 6e lid, merkt het lid Gerla op, dat hij
in de tweede regel graag bepaald zou willen zien, dat het college dadelijk
of in de volgende vergadering (in plaats van in een volgende vergadering)
de verlangde inlichtingen gééft.
De secretaris is van mening, dat dat nooit zo bepaald kan worden. Dit
hangt onder andere van de soort inlichting af. Is er uitgebreid onderzoek
voor nodig? Bovendien heeft de raad zelf toch wel in de hand, als een be
paalde informatie te lang zou uitblijven.
Dit laatste wordt door het lid Makkink onderschreven.
Blaflzj.jde 9 en 10.
Bij de behandeling van de artikelen 36 en 37 worden eerst een aantal
algemene reacties op de redaktie van die artikelen gegeven. Zo zijn enige
leden van mening, dat de tekst niet het informele karakter van het vragen
uurtje uitdrukt, zoals de commissie ad hoe het heeft bedoeld en dat de geko
zen redaktie het vragenuurtje in een te strak keurslijf drukt.
De voorzitter is van mening, dat de huidige redaktie in ieder geval een
goed hulpmiddel kan zijn om de zaak in de hand te houden, indien dat onver
hoopt nodig mocht blijken te zijn. Is dat niet nodig dan zal men een soepele
interpretatie van de betreffende artikelen moeten hanteren. Overigens meent
hij, dat het reglement in zijn algemeenheid zo min mogelijk naar de letter,
doch zo veel mogelijk naar de geest toegepast zal moeten worden. Met name
met betrekking tot het vragenuurtje zal men zelf moeten bepalen hoe die
avonden moeten gaan verlopen of hoe men die graag zou willen zien.
Het lid van Oerle zegt, dat de Hoekse fractie in de huidige tekst toch
aanleiding heeft gezien om met een geheel ander voorstel te komen. De invoe
ring van een extra avond, uitsluitend voor het stellen van vragen aan burge
meester en wethouders, is een te zware belasting om naast het dagelijks
werk, de commissievergaderingen en het verenigingsleven, de functie van
raadslid met animo te blijven vervullen. Zijn fractie is er daarom voor
stander van om de vragen één week vóór de raadsvergadering schriftelijk in
te dienen, zodat het college de gelegenheid krijgt een antwoord daarop voor
te bereiden,. Daarnaast zou het publiek dan in de gelegenheid gesteld kunnen
worden gedurende één uur, onmiddellijk voorafgaande aan de raadsvergadering
zelf, vragen te stellen met betrekking tot de agenda van die raadsvergadering.
Blijkt achteraf, dat men intensief gebruik maakt van dat vragenuurtje, dan
is het gemakkelijker om die zaak uit te bouwen naar een aparte avond dan om
later een stap terug te doen.
Ook de financiële consequenties, verbonden aan de invoering van een
extra avond, wegen bij zijn fractie zwaar. Ruw geschat kost zo'n extra avond
10.000,aan presentiegeld.
Daarnaast moet volgens zijn fractie aan het einde van iedere raadsver
gadering de mogelijkheid blijven bestaan tot het stellen van vragen omtrent
punten, die niet op de agenda zijn vermeld, waarbij dan tevens ingegaan zou
kunnen worden op de eerder ingediende schriftelijke vragen.
Naar de mening van het lid van Engelen is de Hoekse fractie een maand
te laat met haar voorstel. De raad heeft zich in de vorige vergadering uit
gesproken over de nu geformuleerde uitgangspunten. Het enige wat het college
nu doet, is die uitgangspunten formaliseren in een nieuw reglement van orde.
Op dit moment gaat het zijns inziens dan ook alleen om de vraag of de geko
zen redaktie een juiste vertaling is van het besluit van de raad van een
maand geleden.