<y.r ff* ri-
39
Het lid mevrouw Krijnen-Boot merkt op, dat die aanbiedingsnota een aar
dige "pil" zal worden, als alle verhoogde en nieuwe posten toegelicht moeten
worden.
Het lid van Engelen interrumpeert door te zeggen dat deze motie de
vorige vergadering is aangehouden en dat discussie daarover derhalve nu niet
meer mogelijk is.
Hierna wordt de tweede motie in stemming gebracht.
Voor de motie stemmen de leden van Oerle, van Engelen, Schipper, Mak
kink, Gerla, Beljaars, Vissers en Krijnen.
Tegen de motie stemmen de leden Ooijen, mevrouw Krijnen-BootTrompers,
Kamp, Huijssoon en Wijne,
De voorzitter constateert, dat ook deze motie met 8 stemmen voor en
6 stemmen tegen is aangenomen.
Met betrekking tot punt E6 vraagt het lid Makkink of het waar is, dat
een bedrijf, dat 16 ha industrieterrein op het industrieterrein Moerdijk had
willen kopen, zich inmiddels heeft teruggetrokken. Kan de voorzitter hier
over nadere mededelingen doen? Wie was die gegadigde?
De voorzitter antwoordt, dat het ging over een overslagbedrijf, dat
inderdaad 16 ha wilde kopen om dat terrein weer aan derden te onderverhuren.
In verband met die onderverhuur dienden er duidelijk milieuwaarborgen ge
steld te worden. Hierop is voorlopig deze aanvrage gestruikeld. Het industrie
schap kan bezwaarlijk 16 ha grond verkopen zonder garantie wat daarop gaat
gebeuren. Dit is een keiharde eis, waaraan voldaan moet worden.
De voorzitter zegt verder, dat er nog een aantal schriftelijke vragen
zijn ingekomen van de raadsleden mevrouw Krijnen-Boot, L.Boot, Ooijen en
Wijne. Hij leest deze vragen voor en geeft daarbij het antwoord van het col
lege:
"Ondergetekenden, leden van de raad, vragen uw college of het waar is:
Vraag 1 dat het medisch onderzoek van de kinderen op de kleuterschool en
de lagere klassen van het basisonderwijs zo goed als niet meer
geschiedt?
Antwoord 1Sedert december 1974 zijn weer 3 schoolartsen in dienst van de
schoolartsendienstdie het totale gebied van de dienst hebben
verdeeld. Derhalve worden sedertdien alle werkzaamheden weer nor
maal verricht. Ook de hoofden der scholen hebben hun tevreden
heid met de huidige gang van zaken betuigd.
Vraag 2 dat er kinderen zijn, die reeds enkele jaren kleuteronderwijs
hebben gehad en nu op de basisschool zitten, die nog geen enkel
medisch onderzoek van de schoolartsendienst hebben gehad?
Antwoord 2: Deze vraag kan -mede gezien het vorenstaande- bevestigend worden
beantwoord. De laatste jaren vooral is er een groot verloop ge
weest onder de 2 schoolartsen, die de schoolartsendienst toen in
dienst had, waarbij gedurende geruime tijd maar met één school
arts voor dit zeer uitgestrekte gebied kon worden gewerkt.
Vraag 3 als de 2 voorgaande vragen bevestigend worden beantwoord, wat
denkt het college dan hieraan op korte termijn te gaan doen in
het belang van de kinderen en de volksgezondheid?
Antwoord 3: Het zal u duidelijk zijn, dat wij met verwijzing naar de antwoor
den op de eerste 2 vragen kunnen concluderen, dat een en ander
inmiddels is opgelost."
Het lid mevrouw Krijnen-Boot merkt nog op, dat een aantal van 3 school
artsen op zich niets zegt. Men moet kijken naar de behoefte in het verzor
gingsgebied. Verder vraagt zij zich af hoe schoolhoofden tevreden kunnen zijn
over een bepaalde situatie als vraag 2 bevestigend beantwoord moet worden.