31
Met betrekking tot het driemaandelijkse informatiebulletin merkt spreker
op, dat zijn fractie zich heeft afgevraagd of de kosten daarvan wel zullen
opwegen tegen de baten. Bovendien zullen daarbij bepaalde normen in acht ge
nomen moeten worden. Het mag zeker geen concurrentie worden van de schrij
vende pers. Het zal objectieve informatie moeten geven.
In het rapport staat ook, dat de raadsleden in een te laat stadium bij
de besluitvorming worden betrokken. Hij meent, dat alle raadsleden hierover
een gevoel van onbehagen hebben. Verder meent hij, dat bij de nieuwe werk
wijze de vergaderingen voor de raadsleden frequenter zullen worden. Dit zou
kunnen betekenen, dat reële leden diverse functies in het verenigingsleven
zullen moeten opzeggen. Hij vraagt zich af of de achterban in die verenigin
gen dat zo leuk zal vinden. Wat de kosten voor een en ander betreft, merkt
spreker op, dat hij die in eerste instantie aan de hoge kant vindt. Is het
dat allemaal wel waard?
Bij nader inzien concludeert hij tenslotte, dat bepaalde kosten van
diverse onderdelen toch wel eens een keer uitgegeven hadden moeten worden.
Laat ons spreken van diverse experimenten, waarmee de locale democratie ge
diend zal blijven. En mochten bepaalde onderdelen bij nader inzien niet
optimaal functioneren, dan zal de raad toch moeten blijven streven naar een
volledig bevredigende werkwijze, aldus het lid Huijssoon.
Het lid Makkink brengt naar voren, dat op bladzijde 12 zijn minder
heidsstandpunt met betrekking tot de openbaarheid van de commissievergade
ringen is weergegeven.Hij zou bij deze aan de raad willen vragen om het
vanavond genomen besluit inzake de openbaarheid van vergaderingen van de
beheerscommissie door te trekken naar de andere functionele commissies,
zodat de burger daaruit kan afleiden, dat de raad in deze één vaste lijn
aanhoudt
Vooruitlopende op de te maken verordeningen voor de verschillende com
missies adviseert spreker daarin duidelijk tot uitdrukking te laten komen,
welke taken en werkzaamheden aan de commissiesworden toebedacht.
Het lid van Engelen gaat in op de aangehaalde fundamentele vraagstelling
of democratie een gedelegeerd vertrouwen of georganiseerd wantrouwen zou zijn.
Zijns inziens heeft de commissie zich op een bijzonder positief standpunt
gesteld ten aanzien van de samenwerking tussen college en raad. Daar is
sprake van meer dan een vertrouwensrelatie. Wat de beleidsvorming betreft
is er sprake van een in elkaar schuiven van verantwoordelijkheden. Ten aan
zien van de beleidsuitvoering blijft de raad natuurlijk een kritische func
tie houden. Wellicht dat nationale politici zich wat kras uitdrukken, als
ze spreken van georganiseerd wantrouwen, maar tot op zekere hoogte is dat
toch ook wel gerechtvaardigd in deze contekst. Te lang is de democratie de
facto het tegengestelde van democratie geweest door de gezapigheid. Als in
de gezapigheid de terminologie "georganiseerd wantrouwen" valt, dan mag dat
van spreker best, mits daar achter steekt een positieve instelling om met
elkaar iets te willen doen. In die zin heeft de commissie zich ook gericht
naar de velen, die een positieve belangstelling hebben voor het gemeente
politiek gebeuren. Zijns inziens zijn er weinig gemeenten in Nederland,
waarin de raden zich zo mogen verheugen in de belangstelling van de bevol
king. Hierbij doelt spreker niet op de belangstelling op de publieke tribune,
maar op de talloze keren, dat men in Zevenbergen tegen mensen/groepen aan
loopt, die zich met aktuele politieke vraagstukken bezig houden. In die zin
zou hij ook op het lid Huijssoon willen reageren, als deze de vraagtekens
bij democratie op bladzijde 2 citeert. Voor de beoordeling van de eigen
lokale situatie zou dat lid paragraaf 3 van het rapport daarnaast moeten leg
gen.