iK-: V:-r
:seh"f "s- i'
X'-
-J
jowshi al-
F-
f4
,y 1 I
r r.
fc- 1 i.
r S
.a
1 9S
vo
a
1 lo*'
i.
J-
!:v -i1
T-.
24
Het lid van Engelen brengt naar voren, dat men strikt genomen hier niet
kan spreken van een multifunctionele accommodatie. Het is meer een federatie
van ruimten. Dat betreurt hij in hoge mate, te meer, omdat in de voorberei
ding de geesten niet rijp zijn gemaakt voor een werkelijk geïntegreerde aan
pak van de problematiek. Het allerergste vindt hij die sektarische houding
van de partners in het overleg, met name door de inspectie van het lager
onderwijs zeer nadrukkelijk in de hand gewerkt. Zijns inziens wordt het hoog
tijd, dat men op het ministerie van onderwijs op dit stuk orde op zaken stelt.
Van de zijde van het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk
werk getuigt men duidelijk van goede wil te zijn om werkelijk tot integratie
te komen. Hij is het dan ook oneens met wat staat in het verslag van de be
spreking van 23 januari 1975 "de inspecteur van het lager onderwijs heeft
duidelijk kenbaar gemaakt, dat een totale inbreng niet mogelijk is", dit naar
aanleiding van suggesties van de heer Borst, dat het allemaal wel anders ge
kund zou hebben.
Het kan inderdaad anders, zij het dan niet volgens de letter van de wet.
Deze plegen altijd ver achter te lopen op feitelijke maatschappelijke ontwik
kelingen. Als men zich op het ministerie van onderwijs achter die achterlopen
de wetgeving verschuilt om de maatschappelijke ontwikkelingen tegen te houden,
dan vindt spreker dat een betreurenswaardige zaak. Hij vindt het waard, dat
de inspectie van onderwijs dit soort zaken eens hardop hoort uitspreken.
Spreker zegt verder, dat is gebleken, dat een klein beetje overleg een
heleboel misverstanden uit de weg zou kunnen ruimen. Bij hem zijn echter nog
niet alle problemen opgelost. Met name speelt bij hem de vraag, wie de wijk
bewoners in de beheerscommissie moet vertegenwoordigen. Deze vraag leeft ook
hij collega Makkink. Het lid Gerla zegt weer "niet alleen bewoners van Kroos-
wijk, doch ruimer zien". Spreker is van mening, dat het betreffende gebouw
duidelijk een wijkfunctie heeft. De oppervlakte en de accommodatie is zo
beperktdat het niet voor een breder vlak van de gemeente zou kunnen func
tioneren. Het ministerie eist gewoon, dat de wijk een duidelijke inbreng
krijgt in het bestuur en beheer van de accommodatie. Dat moet veilig gesteld
worden. Persoonlijk is hij voor een getrapte verkiezing in de zin, dat «en
orgaan, dat de wijkbewoners ook over andere zaken bundelt, hier kandidaten
suggereert, die dan door de raad in deze commissie worden benoemd. Het grote
probleem is echter hoe dat orgaan van die wijkbewoners juridisch gestalte
moet krijgen. Moet het een wijkvereniging, een wijkstichting of een wijkraad
worden. Het laatste spreekt hem het meeste aan. In de commissie ad hoc is de
zaak aangestipt buiten Krooswijk om. Zijns inziens doet men er verstandig aan
om vanuit het gemeentebestuur de initiatieven, die bestaan in de wijk, trachten
mede vorm te geven in die zin, dat binnen niet al te lange termijn een wijk
raad zal worden geformeerd. De wijkraad zou dan een adviserende, dus geen
bestuurlijke bevoegdheid aan de gemeenteraad moeten hebben en ook een advise
rende bevoegdheid aan de vertegenwoordigers van de wijk in deze wijkcommissie.
In afwachting van een dusdanige wijkraad zou men vanuit de bestaande wijk
stichting mensen kunnen aanwijzen om in de overgangsperiode de inbreng vanuit
de wijk in de beheerscommissie veilig te stellen.
Ten aanzien van de opmerking van het lid Makkink met betrekking tot
artikel 6 van de verordening (medestemmen leden van de beheerscommissie, die
tevens raadslid zijn) merkt de secretaris op verzoek van wethouder Kamp op,
dat een soortgelijke situatie bestaat bij de wethouders die niet mogen mee
stemmen over de gemeenterekening, omdat ze zelf aan die besluiten hebben mee
gewerkt. Een logische doortrekking van die bepaling naar deze organisatie zou
opleveren, dat de raadsleden, die tevens zitting hebben in de beheerscommis
sie, niet mogen meestemmen over de financiële stukken, die betrekking hebben
op de beheerscommissie.