16
Notulen van de vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 12 februari
1975» des avonds om 19.30 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig zijn: B.A.Ooijen, L.A.Boot, Mevr.P.J.Krijnen-BootC.J.Vissers,
C.J.Trompers, S.J.Schipper, R.Makkink, A.A.M.Wijne, A.J.
BeljaarsC.Huijssoon, G.A.Krijnen, G.H.Kamp, P.J.M.van
Engelen, Ir.P.J.Gerla.
Voorzitter mr.P.Reijnders.
Secretaris J.A.A.van der Smissen.
Afwezig met bericht van verhindering: het lid P.B.M.van Oerle.
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde bij eventuele stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op nr.1
van de presentielijst, zijnde het lid Ooijen.
3. Notulen van de vergadering van 17 december
en 14 j anuari j1
Deze notulen worden onder dankzegging voor het opmaken ongewijzigd
vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Het lid Makkink vraagt of het verslag van een bespreking met de wijk-
stichting Krooswijk aan de orde gesteld zou kunnen worden bij de behandeling
van agendapunt 12 en het verslag van de vergadering van de commissie ruimte
lijke ordening dd.28 januari 1975 bij de behandeling van agendapunt 13.
De voorzitter stemt met dat verzoek in.
Met betrekking tot punt H6 zegt het lid Makkink te hopen, dat vanavond
achter deze zaak eindelijk een punt gezet kan worden. Bij deze hele zaak,
die werd aangekaart bij de begrotingsbehandeling, heeft zijns inziens het
college een vervelende manier van handelen toegepast. Het college kan uit
eindelijk niets anders doen dan toegeven, dat er geen enkele aanleiding
bestond dit bedrag van 27.000,aan de begroting toe te voegen. Bij de
behandeling van de begroting waren er nog 17 containers aanwezig. Spreker
zegt dan ook zijn destijds ingediende motie te willen handhaven. De houding
van de raad met betrekking tot die motie zal afhangen van het antwoord, dat
het college nu zal gaan geven. Hij hoopt, dat een dergelijke handelwijze in
de toekomst achterwege gelaten zal worden. Om dat te bewerkstelligen zal
hij zonodig daarover in tweede instantie daaromtrent een motie aanbieden.
Naar aanleiding van punt H2 merkt het lid Schipper op, dat zijn fractie
teleurgesteld is over het standpunt van de provinciale commissie voor de
gemeentelijke bestemmingsplannen met betrekking tot het ontwerp-bestemmings-
plan de Molen II. Met enige bezwaren van die commissie kan hij meegaan,
namelijk de ligging van het plan ten opzichte van de rijksweg en de econo
mische uitvoerbaarheid.