164
Het lid Schipper vraagt in hoeverre hierbij rekening is gehouden met de
te verwachten ontwikkeling op dit gebied binnen de regio Breda. Het is denk
baar, dat deze verordening door de komst van een regionale brandweer vrij
spoedig weer gewijzigd moet worden.
De voorzitter heeft geen direct antwoord voorhanden. Onderzocht zal
worden in hoeverre met de te verwachten ontwikkeling rekening is gehouden.
Zodra het onderzoek is afgerond, wordt een antwoord op de vraag in het
vooruitzicht gesteld.
De secretaris zegt, dat deze verordening niet op de regionale brandweer
kan worden toegepast. De studie rond de regionale brandweer is nog niet af
gerond.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
10. Onderzoek ran de geloofsbrief, ingezon
den door de heer C.Santbergen (vacature
P.J.M.van Engelen).
Reeds behandeld na agendapunt 2.
11Voorstel tot het verlenen van medewerking
ingevolge artikel 72 van de lager-onder-
wijswet 1920 voor de aanschaf van een
schoolradio ten behoeve van de christe
lijke basisschool.
Het lid Gerla vraagt of het niet mogelijk is om dit soort zaken tot een
nader te bepalen bedrag aan het college van burgemeester en wethouders te
delegeren.
De voorzitter zegt, dat in deze geen delegatie van de raad aan burge
meester en wethouders kan plaatsvinden. De wet staat dit niet toe.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
12. Voorstel tot het vaststellen van de ver
goedingen ingevolge artikel 101 van de
lager-onderwijswet 1920 ten behoeve van
het bijzonder basisonderwijs over het
jaar 1975.
Het lid Schipper zegt verheugd te zijn, dat we thans een goede toets
steen hebben om jaarlijks het bedrag per leerling vast te stellen. Spreker
wenst gaarne geïnformeerd te worden over de wijze waarop bij de openbare
scholen de uitgaven worden vastgesteld. Vroeger, toen er enkel bijzondere
scholen waren, werd het bedrag per leerling vooraf vastgesteld. Met de komst
van de openbare school is dit veranderd en vindt achteraf een definitieve
vaststelling van het bedrag per leerling plaats. Spreker constateert verder
dat de bijzondere scholen de laatste 3 h 4 jaren, gezien het bedrag dat
over 1975 wordt uitgekeerd, bepaald een achterstand hebben opgelopen. Hij
wenst gaarne nadere informatie hierover om een beter inzicht te kunnen
krijgen.
Na overleg met wethouder Kamp antwoordt de voorzitter, dat op deze
vraag zal worden teruggekomen tijdens de behandeling van de begroting 1976.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.