160
Het gaat in deze om de architectuur. Wat dit laatste betreft is de
voorzitter het met de wethouder eens, dat na verloop van enige tijd naar
een andere architect moet worden uitgekeken.
De wethouder komt nog even terug op de opmerkingen, geplaatst met be
trekking tot de publieke opinie. Hij is een warm voorstander van inspraak
procedures. De bevolking dient zo nauw mogelijk bij het bestuur te worden
betrokken.
Het lid Schipper herinnert de wethouder aan zijn vraag met betrekking
tot de technische adviezen. Bieden deze, na de opgedane ervaring, nog vol
doende zekerheid om een bestuursbesluit te kunnen nemen. Hu zijn de kosten
beperkt gebleven tot 35.000,Straks, hierbij wordt gewezen op de res
tauratie van de oude schuur, gaat het om veel hogere bedragen.
De wethouder stelt, dat in het vervolg de nodige voorzichtigheid in
acht zal worden genomen. Met de thans opgedane ervaring zal in de toekomst
zeker rekening worden gehouden.
Makk-ink -*-s nie"t content met het antwoord op zijn vraag op welke
wijze later de reeds gemaakte kosten ten bedrage van 35.000,— worden om
geslagen. Het gegeven antwoord zegt reinig tot niets. Hij wijst erop, dat in
plan Hazeldonk woningwet-, premieverhuur-, premieverkoopr en vrije sector
woningen worden gebouwd. Het is bij genoemde diversiteivongebruikelijk om
een nuancering van komprijzen door te voeren. Als de wethouder dit bedoelt
te zeggen, dan kan hij daarmee instemmen.
De voorzitter antwoordt, dat dit ook gaat gebeuren.
Het lid Gerla spreekt de hoop uit, dat volgenderenovatieplannen verge
zeld zullen gaan van een goed deskundig advies. Spreker blijft voorstander
van inspraak, doch met de kanttekening dat de raad beslist en niet de publi«ke
opinie.
De voorzitter kan hiermee instemmen.
Geen van de leden wenst verder nog het woord te voeren. De interpellatie
van het lid mevrouw Krijnen-Boot is hiermee beëindigd.
Vervolgens stelt de voorzitter agendapunt 4 (ingekomen stukken en mede
delingen) verder aan de orde.
Verwijzend naar punt 12 (verslag van de vergadering van de commissie
van advies en bijstand voor economische aangelegenheden dd.3 november 1975)
legt het lid Makkink de volgende verklaring af.
"Mijnheer de voorzitter, mevrouw, mijne heren van de raad.
Na kennis genomen te hebben van het verslag van de commissie voor economi
sche aangelegenheden, heb ik behoefte de volgende verklaring af te leggen.
In het kader van de verantwoordelijkheidsplicht, die elk P.v.d.A.-lid,
zitting hebbende in een vertegenwoordigend lichaam heeft, heb ik mij in de
afdeling, waarvan ik lid ben, kritisch uitgelaten over de voorbereiding,
die sommige leden van het college van burgemeester en wethouders ten aanzien
van raadsvoorstellen, ten toonspreiden.
In het licht van die beschouwing heb ik gezegd, dat de dubbelfunctie van
de burgemeester wel eens te zwaar kon zijn. Voorzitter van het industrie
schap met al zijn enorme problemen en voorzitter van een gemeente, die een
snelle ontwikkeling doormaakt. Een ontwikkeling die de inzet van allen, die
hieraan werken, eist."
Naar aanleiding van punt H (brief van sportvereniging Groene Ster, voet
balvereniging Seolto en tennisclub De Lobbelaer om hoge prioriteit te geven
aan het nieuwe sportcomplex de Meeren) merkt het lid Krijnen op, dat het
verstandiger is om dit punt niet nu maar later tijdens de komende algemene
beschouwingen, ter discussie te stellen.