vSAV"'-' 9tcTem 149 De voorzitter eindigt met de toezegging om de niet ter sprake gebrachte punten in de commissie ruimtelijke ordening ter discussie te stellen. In tweede termijn wijst mevrouw Krijnen-Boot de voorzitter op diens betoog inzake het in de toekomst te voeren vestigingsbeleid. Dit is geheel in strijd met doelstelling 1.4. (De "over-flow" uit de randstad dient zo veel mogelijk beperkt te worden). Deze doelstelling beoogt toch juist de groei van de gemeente af te remmen. Het gegeven antwoord leidt echter tot het tegenovergestelde. De groei zal onverstoord doorgaan. Gezien dit ant- wqord acht zij het beter om punt 1.4. te schrappen. De voorzitter antwoordt, dat het college de over-flow wil terugdringen via een ombuiging naar vestiging op Moerdijk. Het lid Makkink vestigt, in verband met de gewenste terugkoppeling, de aandacht van de voorzitter op punt 4 van bijlage 95. Hij citeert: "Bij de volgende fasen zal naar onze mening meer aandacht besteed moeten worden aan de terugkoppeling van de inspraak naar het beleid van het gemeentebestuur". Spreker maakt uit het antwoord van de voorzitter op, dat teruggekoppeld wordt naar de commissie ruimtelijke ordening. Deze commissie zal naar hij aanneemt, in een openbare vergadering, waarin de insprekers het woord mogen voeren, de nota bespreken. De voorzitter is het met deze uitleg niet eens. De wens is hier de vader van de gedachte. Het lid Makkink wijst nogmaals op het bepaalde in punt 4 van bijlage 95. Blijkens het reeds gememoreerde stuk staat het college toch een terug koppeling van de inspraak voor. De voorzitter antwoordt, dat onder terugkoppeling voor deze fase wordt verstaan, een terugkoppeling naar de commissie ruimtelijke ordening. Er is derhalve geen sprake van het weer inschakelen van de insprekers. Het lid Makkink onderstreept de noodzaak van het terugkoppelen naar de insprekers in de volgende fasen. De voorzitter doet in deze geen enkele toezegging. In het college en in de commissie ruimtelijke ordening zal de terugkoppeling onderwerp van gesprek zijn. Met betrekking tot de "over-flow" merkt het lid Makkink op, dat in deze het landelijk beleid gevolgd dient te worden. Ingestemd wordt dan ook met hetgeen door de voorzitter naar voren is gebracht. Hij betreurt het, dat het lid mevrouw Krijnen-Boot in deze te lokaal denkt. Met de voorzitter ia .hij het bepaald oneens, dat de door de gespreksgroepen gewenste weekmiricy jgelh doelstelling zou zijn. De insprekers beogen hiermee het hart van de gemeente te verlevendigen. Het is een logische zaak, dat de consumenten en de stand- plaatshouders zullen worden gehoord. De voorzitter zegt toe, dat de situering van de weekmarkt, na de recon structie van de Markt, nader zal worden bekeken. Een nieuwe enquête onder de consumenten en de standplaatshouders, wordt in het vooruitzicht gesteld. Het lid Makkink herinnert de voorzitter aan de, zowel door hem als door het lid van Engelen gemaakte opmerkingen ten aanzien van punt 2.2. Een reactie daarop is uitgebleven. De voorzitter is, evenals de vragenstellers, van mening, dat deze doel stelling herschreven moet worden. Ook de door het lid van Engelen benadrukte contacten met de medemens dienen een plaats in de definitieve tekst te krij gen. Het lid Ooijen verzoekt het lid Makkink om de behandeling van dit punt te willen beëindigen. De voorzitter Wijst er op, dat het lid thans nagaat of al zijn vragen beantwoord zijn.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1975 | | pagina 149