c c 144 Een erg belangrijk criterium voor de nota is het verwachte inwonertal. De commissie ruimtelijke ordening heeft hierover opgemerkt, dat aan het uit gangspunt geen juiste onderbouwing ten grondslag ligt. Dit laatste geldt zowel voor het rapport Wissing, als voor het raadsvoorstel. Aan het college vraagt hij om de berekening van het geschatte inwonertal, waarbij met de huidige economische crisis rekening wordt gehouden, alsnog aan de raad voor te leggen. Vervolgens wordt gewezen op een verschil tussen raadsvoorstel en advies van de commissie ruimtelijke ordening. In het voorstel wordt tegen 1990 uit gegaan van een inwonertal van 27-500. De commissie heeft bij genoemd inwoner tal echter weloverwogen geen jaartal genoemd. Dit om niet bij voorbaat de neiging om uit te groeien te tonen. Het is verder mogelijk, dat na het berei ken van een inwonertal van 20.000 een verdere groei een halt wordt toegeroe pen. Spreker stelt voor punt 1.1. te schrappen en het advies van de commissie ruimtelijke ordening over te nemen of de gevraagde berekening aan de raad te doen toekomen en de invulling van dit punt op te schorten. Punt 1.4. "De over-flow uit de randstad dient zoveel mogelijk beperkt te worden. Met dit uitgangspunt kan volledig ingestemd worden. Het betekent echter wel, dat er een wijziging in het vestigingsbeleid dient te komen. Enkel aan personen die een economische binding met de streek of de plaats hebben, zou toestemming verleend moeten worden om zich hier te :vestigen. Punt 2.4» "Onderzocht zal moeten worden of door een hogere bebouwingsdicht— heid een intensievere integratie met het landschap tot stand kan komen Gevraagd wordt naar de doelstelling van het onderzoek. Dit dient in het stuk tot uiting te worden gebracht. Punt 2.2. "Gekozen dient te worden voor een karakter van Zevenbergen, waarbij de individuele identiteit van de bewoners mogelijk blijft; dit houdt een bepaalde schaal van de woninggroepen en de struktuur- elementen in en vraagt om een eigen aard van realisatie." Politiek gezien heeft hij met deze tekst moeite, indien het zou inhouden het realiseren van villawijken, middenstandswijken en de zogenaamde volksbuurten. Aannemende, dat dit niet de bedoeling is van dit punt, wordt een wijziging van de tekst in overweging gege ven. Punt 2.7. "Hoogbouw, bestaande uit meer dan 4 verdiepingen, wordt afgewezen, zowel voor de nieuwe wijken, als voor het oude centrum." Gevraagd wordt iets genuanceerd aan te geven, wat onder hoogbouw wordt begrepen. Het verbaast spreker, dat het getal 4 in de nota is opgenomen. Noch in het rapport van bureau Wissing, noch in het eindrapport van de gespreksgroepen komt de term "4 verdiepingen" voor. Verder is er in de commissie ruimtelijke ordening evenmin over gesproken. Het wordt niet juist geacht om zonder enige motivatie in de doelstel lingennota te spreken over "meer dan vier verdiepingen". Voorgesteld wordt de zinssnede "bestaande uit meer dan 4 verdiepin gen" weg te laten. Als bijlage ware er later aan toe te voegen een notitie, inhoudende het antwoord op de vraag "Wat is hoogbouw?"

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1975 | | pagina 144