141
6. Voorstel met betrekking tot democratisering
van de stichting woningbouw Zevenbergen.
Het lid Gerla zegt in grote lijnen te kunnen instemmen met een geleide
lijke democratisering van de stichting woningbouw Zevenbergen. Niet verstan
dig vindt hij het, dat een wethouder tevens voorzitter van deze stichting
is. Dit heeft niets te maken met personen, maar is zuiver gericht op de
functies. Hij vraagt dan ook aan de wethouder om aan de democratisering mee
te werken door zich als voorzitter daaruit terug te trekken.
Het lid Makkink zegt, dat ook zijn partij instemt met de democratise
ring. Hij verzoekt het college om zo snel mogelijk met genoemde stichting
te gaan praten. Als leidraad moge hierbij dienen de punten, genoemd in de
inleiding, aan te vullen met hetgeen vanavond uit de discussie naar voren
komt. Wijzend op de zeer ongelukkig overgekomen eerste brief en de dualis
tische positie van wethouder Trompers, stelt hij voor om een commissie ad
hoe te formeren voor het gesprek met de stichting. Op deze wijze zullen vele
zaken en feiten beter en prettiger tot hun recht kunnen komen dan in eerste
instantie per brief geschiedde.
Het lid mevrouw Krijnen-Boot zegt, dat haar fractie met de aangegeven
route kan instemmen. Met het college is zij van mening, dat de kerkdorpen
in de stichting vertegenwoordigd dienen te blijven. Zij kan niet instemmen
met de opmerkingen, gemaakt door de leden Gerla en Makkink ten aanzien van
de dubbelfuncties. Van een bestuurder mag zonder meer verwacht worden, dat
hij beide fucties weet te scheiden. Zij ziet vervolgens de noodzaak er niet
van in om een commissie ad hoc in het leven te roepen. Zij acht het college
zeer wel in staat om zich in goed overleg met het stichtingsbestuur te ver
staan.
Het lid Huijssoon kan instemmen met de strekking van het raadsvoorstel.
Verder dringt hij aan op statutenwijziging. De zittingsduur in het stich
tingsbestuur dient gekoppeld te worden aan een nader te bepalen aantal tijd
vakken.
Het lid Schipper onderschrijft hetgeen mevrouw Krijnen-Boot met betrek
king tot de vertegenwoordiging van de kerkdorpen in het stichtingsbestuur
heeft gezegd.
De voorzitter constateert, dat in het algemeen ingestemd wordt met de
uitgestippelde marsroute. Met het stichtingsbestuur zal in de geest van het
voorstel en de thans gevoerde discussie, het overleg worden heropend. In
tegenstelling tot hetgeen het lid Makkink heeft gezegd, acht het college
zich zeer wel in staat het overleg met het stichtingsbestuur te voeren. Een
commissie ad hoc is daartoe niet van node. Naast eventuele nadelen, zijn er
ook voordelen verbonden aan het voorzitterschap van wethouder Trompers.
Gewezen wordt in deze op het invullen via de woningbouw van de bestemmings
plannen. Het afwegen van zowel voor- als nadelen wordt aan de verantwoorde
lijkheid van de desbetreffende persoon overgelaten.
Met het lid Makkink is de voorzitter het niet eens, dat de brief aan
de stichting ongelukkig gesteld zou zijn. De brief geeft de door de raad
uitgestippelde beleidsuitgangspunten exact weer. Te veel wordt op een bepaal
de zinssnede uit deze brief de nadruk gelegd.
Het lid Gerla stelt in tweede termijn, dat hij er duidelijk moeite mee
heeft, dat een wethouder voorzitter van de stichting is.
De voorzitter zegt toe, dat dit punt onderwerp van gesprek zal zijn»
Het lid Makkink meent, dat de gevoelens van de raad middels een commis
sie ad hoe, hierbij kan ook gedacht worden aan het seniorenconvent, beter
tot hun recht komen. Onverkort handhaaft hij zijn bezwaren, dat in dit
gesprek de wethouder als voorzitter van de stichting gesprekspartner is.