136
Notulen van de vergadering van de gemeenteraad, gehouden op 11 november
1975, des avonds om 19.30 uur ten gemeentehuize.
Aanwezig zijn: B.A.Ooijen, L.A.Boot, mevrouw P.J.Krijnen-Boot, G.A.Krijnen,
C.J.Trompers, R.Makkink, A.A.M.Wijne, C.Huijssoon, ir.P.J.
Gerla, C.J.Vissers, P.J.M.van Engelen, G.H.Kamp, P.B.M.van
Oerle, A.J.Beljaars en S.J.Schipper.
Voorzitter mr.P.Reijnders.
Secretaris J.A.A.van der Smissen.
1Opening.
De voorzitter opent de vergadering met het bij reglement van orde voor
de vergaderingen van de raad voorgeschreven gebed.
2. Loting volgorde bij eventuele stemmingen.
Het nummer van volgorde bij eventuele stemmingen wordt bepaald op num
mer 4 van de presentielijst, zijnde het lid G.A.Krijnen.
3. Notulen van de vergadering van 14 oktober
1975.
Het lid Huijssoon merkt op, dat uit de notulen (bladzijde 134) blijkt,
dat hij bij de behandeling van het voorstel inzake de gemeentereiniging tegen
het voorstel van het lid Makkink heeft gestemd. Dit is niet juist. Spreker
heeft toen tegen de verdere ihvoering-van containers gestemd. Met het voor
stel van het lid Makkink kan hij zich verenigen.
Het lid Gerla herinnert de voorzitter in deze aan zijn vraagstelling
inzake het verder plaatsen van containers.
De voorzitter zegt toe de verlangde correctie te zullen laten aanbren
gen.
Hierna worden de notulen onder dankzegging voor het opmaken voor het
overige ongewijzigd vastgesteld.
4. Ingekomen stukken en mededelingen.
Naar aanleiding van punt G5 (eventuele mededelingen door de voorzitter
met betrekking tot de ontwikkeling van het industrieterrein Moerdijk) infor
meert het lid Schipper naar het standpunt van het dagelijks bestuur, ingeno
men na de rechterlijke uitspraak met betrekking tot de zaak Lambregts.
De voorzitter antwoordtdat binnen de gestelde termijn uitvoering zal
worden gegeven aan het vonnis in kort geding en dat met het ondergoek naar
de bodemgesteldheid zal worden begonnen.
Eveneens met betrekking tot punt G5 wijst het lid mevrouw Krijnen-Boot
op de vorige week in het Limburgse Beek, door ontploffingen bij de chemische
fabrieken van de D.S.M., voltrokken ramp. Zij vraagt het college, nu of in
een later stadium, antwoord te geven op de volgende twee vragen, te weten:
1. Is er enige informatie te verstrekken in de omvang van een dergelijke
calamiteit in onze omgeving?
2. Hebben de gemeentebesturen plannen klaar liggen om terstond te kunnen op
treden?