v f r 133 Hierna ontspint zich een discussie over het al dan niet mogelijk maken van het gebruik van zakken, die men in de winkel kan kopen en over de kwali teit daarvan en of deze extra zakken daarnaast ook eventueel al dan niet tegen kostprijs bij de gemeente verkrijgbaar gesteld moeten worden. De wethouder is van mening, dat -als het voorstel van het lid Gerla aangenomen zou worden- het daardoor mogelijk wordt gemaakt om die zakken voor allerlei andere doeleinden te gebruiken en op alle mogelijke andere plaatsen weg te zetten. De voorzitter stelt, dat met zijn allen gestreefd wordt naar een gelijke behandeling. Als gesteld wordt dat personen, die op de containers storten, daar ongelimiteerd kunnen storten, dan stelt het college voor om omwille van een gelijkberechting het aantal zakken voor de gezinnen, die niet van de containers gebruik maken, van 80 te verhogen naar 100. Als nu in de praktijk zal blijken, dat met die verhoging die gelijkberechting nog niet gehaald wordt, dan zou dat aantal altijd nog eens uitgebreid kunnen worden. Gaat men echter het hele systeem doorkruisen door ook andere zakken goed te keuren, dan worden er toestanden binnen gehaald, die men met dit nieuwe systeem juist niet bedoeld heeft. Het lid Gerla vraagt of hij uit deze woorden mag afleiden, dat de gemeentelijke zakken ook in onbeperkte aantallen verkrijgbaar gesteld zul len worden, dat wil zeggen aan particulieren, dus niet aan bedrijven en winkels. In dat geval, kan hij voor het overige met het voorstel meegaan. De voorzitter antwoordt, dat de praktijk dan eerst zal moeten uitwijzen dat 100 zakken te weinig is. Overigens zou hij voor een laatste technische uitleg even het woord willen geven aan de direkteur van gemeentewerken. Deze stelt, dat uit de afgelopen periode is gebleken, dat de gemiddelde bewoners van een pand 92 zakken per jaar hebben gebruikt. Daarom is nu voor gesteld dat aantal voor elk pand naar 100 te brengen. Worden de zakken echter vrijgegeven, dan zullen deze voor alle mogelijke doeleinden worden gebruikt. Met name denkt hij daarbij aan mensen met hele grote tuinen, die straks dan misschien wel 200 of 300 zakken nodig zullen hebben. Zijns inziens heeft dat meerdere aantal boven 100 zakken niets meer met gezinsvuil te maken en daardoor zal de reinigingsdienst gratis vuil moeten gaan ophalen, wat niets meer te maken heeft met de taak van de gemeente. Dat kan men nu al constateren uit de aantallen kubieke meters, die rechtstreeks door de mensen naar de belt gebracht worden. Het gaat hier over grote hoeveelheden. Straks hoeft men dan niet meer naar de belt, want alles kan dan in gratis zakken. De direkteur waarschuwt er voor, dat die situatie de gemeente straks een vermogen zou gaan kosten. Met die 100 zakken heeft men zijns inziens een eerlijke verdeling ten opzichte van de containergebruikers. Door het gratis beschikbaar stellen van meer zakken, gaat men zijns inziens alle verhoudingen scheef trekken en zal men op grote schaal de problemen in huis gaan halen. Het lid Gerla zegt, dat de man met een grote tuin zijn tuinvuil in de container wel kwijt kan. Daarom vindt hij de openstelling van de belt op zaterdagen juist een goede zaak. Dan kan men daar tenminste zijn tuinvuil kwijt. De direkteur antwoordt, dat de containers in geconcentreerde bebouwing staan, waar het gaat om tuinen van circa 100 vierkante meter. In andere ge bieden heeft men aan tuinen hele oppervlakten. De afval daarvan kan men niet meer rekenen tot normaal huisvuil. De voorzitter zegt dit punt te willen afronden. Hij vraagt of iemand over het voorstel van het college stemming wil. Het lid Gerla geeft te kennen, dat hij zijn voorstel handhaaft.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1975 | | pagina 133