12
Zijns inziens moet er iets op tafel komen, dat praktisch meer hanteerbaar is.
In het algemeen vindt hij de procedure te lang in tijdsduur.
Men verliest daardoor een stuk slagvaardigheid in de besluitvorming» Als men
zijn doel zou bereiken, dan zou hij zich daarbij nog kunnen neerleggen. Als
er gesproken wordt over werkgroepen, hoe wordt er dan voor gezorgd, dat iedere
werkgroep de gemiddelde samenstelling van de bevolking heeft? Als men de vak
organisaties bij de zaak wil betrekken, strooit men dan zichzelf geen zand in
de ogen? Deze mensen vertegenwoordigen zeker niet de gemiddelde samenstelling
van de bevolking. Beter zou dit kunnen geschieden via de afdelingen van poli
tieke partijen. Doch ook daaraan kleeft het bezwaar van een bepaalde elitaire
selectie en bereikt men dus niet wat men wil. Men gaat uit van het zelfstan
dig werken van de werkgroepen. Wat verstaat men daaronder? Het beantwoorden
van vooraf opgestelde vragenlijsten? Dat kan toch niet de bedoeling zijn van
zelfstandig werken? Doordat men in iedere volgende fase de mogelijkheid opent
nieuwe personen in te schakelen, loopt men het risico, dat deze nieuwe bijge-
komenen het absoluut oneens zijn met datgene, wat de werkgroepen in eerdere
instanties reeds besloten hebben.
Met alle frustraties en verloop van mensen dat daarmee gepaard kan gaan.
Alle waardering voor de theorie van de nota, maar wij staan een eenvoudigere
procedure voor, aldus spreker. Zijn fractie kan er al mee akkoord gaan, als
er met veel tam-tam een gemeente-avond georganiseerd wordt, waar alles goed
visueel wordt voorgesteld in dagelijkse aangelegenheden als woonmilieu, werk
gelegenheid, recreatie, winkels enz. Geef daarbij vooraf voldoende schrifte
lijke informatie. Verzamel zoveel mogelijk gegevens op de gemeente-avond.
Laat het daarna aan de raadsleden over de beleidslijnen vast te stellen. Aan
de hand daarvan kan het college de plannen verder laten uitwerken. Hierna kan
men de procedure nog eens herhalen.
Hij stelt voor deze suggestie te laten uitwerken, teneinde een lange proce
dure ex de nota te doen inkrimpen, en het voorstel te doen bijschaven aan de
hand van zijn opmerkingen.
Het lid mevr.Krijnen-Boot stelt, dat het zich wel bevinden van de burger
in belangrijke mate wordt bepaald door het woon- en leefmilieu. Door het al
dan niet aanwezig zijn van die factoren kan zijn of haar woonomgeving posi
tief of negatief worden beïnvloed. Voor de overheid is het zaakte onderken
nen welke reële behoefte er bij de burgers op dit gebied leven. De ruimte
binnen haar territoir dient dan ook zo verdeeld te worden, dat die behoeften,
optimaal verwezenlijkt kunnen worden. De burger moet daarvoor zijn gedachten
en verlangens kunnen uitspreken. De overheid dient zo mogelijk daarmede reke
ning te houden. Dat kan worden samengebracht onder de noemer "behoefte aan
inspraak". Uw en ons antwoord op die behoefte is geweest de instelling van de
commissie voor de ruimtelijke ordening met als voornaamste taaie de opstelling
van een goede inspraakprocedure voor een structuurplan aldus spreekster.
Over de voorgestelde inspraakprocedure kan haar fractie kort zijn. Met de er
varingen en inzichten van dit moment is dit een procedure, die de mogelijkheid
biedt om het grootste inspraakresultaat te behalen.
Op een onderdeel zou zij graag een wijziging aangebracht zien, n.l. daar,
waar gesproken wordt over voorzitter en secretaris van gespreksgroepen, geeft
zij de voorkeur aan een benaming als "gespreksleider" en "rapporteur".
Dit geeft haars inziens de neutrale gespreksregelende en verslaggevende
functies aan en past beter bij een gespreksgroep. Verder niets dan lof voor
een gedegen stuk werk, dat geleverd is. Haar fractie zit wel met een probleem.
Bij alle te vervrachten voordelen van een goede inspraakprocedure, weet men nu
al dat er veel tijd mee gemoeid zal gaan worden.