li t t 128 Het lid Gerla zegt, dat zijn fractie zich schaart achter de woorden van de Hoekse fractie. Hij is wel wat benauwd voor de-woorden van wethouder Trompers, als deze stelt, dat men er voor Zevenbergschen Hoek het maximale wil uithalen en dat men afhankelijk van de subsidie meer kan doen. Zijns inziens moet men bouwen wat men nodig heeft, niet meer en ook niet minder. Dat moet onafhankelijk zijn van een al dan niet subsidieverlening. Hij is' het er niet mee eens, dat groter wordt gebouwd, als subsidie wordt verleend. De voorzitter meent, dat daarover valt te discussiëren. Als men die subsidie niet krijgt, kan men wel eens door de beperkte middelen gedwongen worden om kleiner te bouwen dan men meent nodig te hebben. Het lid Makkink maakt uit het gesprokene op, dat de raad tolereert, dat het college een motie van die raad naast zich neerlegt. Hij stelt niet eens de vraag of het college daartoe gerechtigd is. Los van alle andere zaken daar rondomheen, is een dergelijke handelwijze zeker niet in overeen stemming met de waardigheid van de raad. Bovendien wacht spreker nog maar af of Zevenbergschen Hoek wel gediend is met dit voorstel. Zevenbergschen Hoek heeft zijns inziens nu eindelijk eens recht op zekerheid. De enige zekerheid die men ZevenbergschenHoek kan geven, is, dat de raad zich bij de begrotings behandeling van 1976 wel bewust moet zijn, dat -als de soep wordt opgeconsu- meerd en rekening wordt gehouden met een D.A.C.W.-subsidie- de zaal te Zevenbergschen Hoek voor 1976 en de eerste helft van 1977 wel vergeten kan worden. Bij het aanvaarden van het voorliggende voorstel moet de raad die consequentie wel goed voor ogen houden. Inwilliging van dit voorstel zou zijns inziens zelfs inhouden, dat de aangenomen motie ingetrokken zou moeten worden. De voorzitter antwoordt, dat intrekking van de motie niet nodig is. De motie houdt het uitdrukken van een wens in, die overeind blijft en die het college ook, zoveel als mogelijk is, zal uitvoeren. Met genoeg zekerheid voor Zevenbergschen Hoek meent het college een weg te moeten bewandelen, waarbij voor Zevenbergschen Hoek de beste zaal tot stand kan worden gebracht. Het college vraagt om een half jaar tijd om die beste zaal gerealiseerd te kunnen krijgen. Binnen dat half jaar kan begonnen worden met de bouw van die zaal met D.A.C.W.-subsidie bf er komt in de raad een voorstel met de dek kingsmiddelen, die dan daarvoor gevonden moeten worden. In dat geval zullen daarvoor de dekkingsmiddelen gevonden worden. Dat houdt voor het college een opdracht in. Daarvoor zijn niet nodig de discussies bij de begrotingsbehande ling 1976. Als de D.A.C.W.—subsidie binnen die tijd niet wordt verkregen, dan krijgt Zevenbergschen Hoek de sportzaal via een besluit van deze raad, dit dan als uitvoering van de prioriteitenlijst. Het lid Ooijen zegt vertrouwen in het college te stellen, dat een zo goed mogelijke oplossing gevonden zal worden. Met betrekking tot de opmerking van het lid Makkink, dat ruimte gevon den zal moeten worden in de begroting 1976, merkt het lid mevrouw Krijnen- Boot op, dat men zit met een prioriteitenlijst. Mogelijk kan voor Zevenberg schen Hoek een oplossing gevonden worden via een D.A.C.W.-subsidie. Daarnaast zit men ook nog met een opdracht voor Langeweg. Daar kan werkelijk van een noodsituatie gesproken worden. Door verkrijging van een D.A.C.W.-subsidie voor de zaal te Zevenbergschen Hoek, ontstaan er voor Langeweg ook reëlere kansen. De voorzitter zegt, dat nu op tafel ligt het voorstel met betrekking tot de sporthal te Zevenbergschen Hoek. Hij vraagt of de raad met dit voor stel akkoord kan gaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1975 | | pagina 128