f t
fi t
ft
ff
124
Daarna wordt er aan de raadsleden en het publiek gelegenheid geboden
tot het stellen van vragen.
Omstreeks 23.00 uur wordt de openbare raadsvergadering door de voor
zitter heropend.
9. Voorstel tot opheffing van de onbewoon
baarverklaring met betrekking tot een
woning aan de Achterdijk.
Het lid Gerla zegt een verklaring van bouw- en woningtoezicht te mis
sen, dat hiermede akkoord wordt gegaan.
De voorzitter antwoordt, dat in het voorstel staat "de verbouwing is
op een goede wijze uitgevoerd". Dat moet gezien worden als een opmerking van
bouw— en woningtoezicht. Het laatste woord in de goedkeuring van het raads
besluit tot opheffing van een onbewoonbaarverklaring, hebben gedeputeerde
staten, de provinciale direktie van de volkshuisvesting gehoord hebbende.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten conform het voorstel
van burgemeester en wethouders.
10. Voorstel met betrekking tot straatnaam-
geving te Zevenbergschen Hoek.
Het lid mevrouw Krijnen-Boot vraagt, wie haar nu garandeert, dat toch
anderen weer niet gekwetst zullen zijn, dat de straat niet naar kapelaan
van Gils vernoemd blijft.
De voorzitter antwoordt, dat die garantie inderdaad niet gegeven kan
worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
11Voorstel met betrekking tot het continu
eren van het instituut van de milieu-
politie.
De voorzitter merkt namens het college op niet erg gelukkig te zijn
met de laatste zin in het voorstel. Deze heeft betrekking op de dekking van
de aan dit instituut verbonden kosten en waarbij gedacht wordt aan een ver
hoging van de hondenbelasting. Als dat nodig mocht zijn, wil het college
ook minstens denken aan een verhoging van de reinigingsrechten. Het college
wil deze zaak bepaald niet koppelen aan een verhoging van de hondenbelas
ting.
Het lid Krijnen ziet het instituut van milieupolitie als een algemene
welzijnsvoorziening. Het is voor hem dan ook zeer de vraag of de kosten
daarvan gedekt moeten worden uit bijvoorbeeld de reinigingsrechten.
De voorzitter vraagt het lid Krijnen of hij een ander dekkingsmiddel
daarvoor weet. Overigens meent spreker dat hierop wel teruggekomen wordt
bij de behandeling van de begroting 1976. Specifieke koppeling aan de
hondenbelasting wordt in ieder geval niet juist geacht.
Het lid mevrouw Krijnen-Boot dringt er op aan alert te blijven op de
mogelijkheden, die er eventueel nog zullen komen om deze functie nog meer
uit te diepen. Met name vraagt zij welke mogelijkheden er zijn om deze
functionaris in te schakelen bij het tegengaan van geluidsoverlast en bij
de contröle van lozing van gevaarlijke stoffen door bedrijven op sloten.