122 7Voorstel tot het in voorbereiding verkla ren van een partiële herziening van het bestemmingsplan Krooswijk. Het lid Makkink zegt zich er over te verheugen, dat door dit voorstel weer voor een stukje uitvoering wordt gegeven aan de beleidsuitgangspunten van de raad. Overigens vraagt hij of de etagewoningen woningwetwoningen waren en zo ja, blijft het nu ook in de woningwetsektor of zo neen, wat wordt het dan? Verder vraagt hij of de exploitatie van Krooswijk is opgezet uitgaande van etagewoningen op de onderhavige plaatsen en zo ja, wat zijn de ruimtelijke consequenties nu er eengezinswoningen komen, met andere woorden, wordt er dicht op elkaar gebouwd of wordt de huur erg hoog? De voorzitter antwoordt, dat het per unit verschilt in welke sektor gebouwd wordt. In de ene unit wordt er in de woningwetsektor en in de andere in de premieverhuur- of premieverkoopsektor gebouwd. Ruimtelijke consequen ties zijn aan deze wijziging niet verbonden, dus er zal niet gewrongen gaan worden om er maar meer woningen op te kunnen bouwen. Consequenties in de huren zal deze wijziging van plan Krooswijk ook niet hebben. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 8. Voorstel met betrekking tot een bestem mingsplan voor een gebied ten oosten van de Roode Vaart. Het lid Schipper zegt, dat de vragen, die destijds tijdens de informa tieve behandeling van dit plan zijn gesteld, naar zijn mening niet tot volle tevredenheid zijn beantwoord. Er is toen namelijk gevraagd of het geen zonde is, dat er weer een aantal hectaren zeer goede landbouwgrond moet verdwijnen ten behoeve van de industrie, terwijl even verderop een industrieterrein ligt, waarop deze drinkwatervoorziening ook geprojecteerd zou kunnen worden. Spreker zou zo graag vermeld hebben gezien, dat ook de grondprijs een mogelijke factor is geweest, waarom men persé op het nu gekozen stuk wil zitten. Men voert alleen maar argumenten aan met betrek king tot de planologische kant van de zaak en de arbeidsextensiviteit van het object. Nergens kan echter uit opgemaakt worden, over hoeveel arbeids plaatsen het dan wel gaat. De voorzitter antwoordt, dat het hier gaat om een volledig geautomati seerd proces, dat bijzonder weinig arbeidskrachten vraagt. Als werkgelegen- heidsobject moet het dus vergeten worden. Het lid Schipper zegt verder gevraagd te hebben, waarom men ineens over gaat tot het dubbele van het aantal hectaren, dat nu nodig is. Geantwoord wordt, dat het hier gaat om de bestemming van een 50—tal hectaren tot industrieterrein. Later zal worden bezien in welk tempo en tot hoeveel aantal hectaren dat gerealiseerd zal worden. Het is dus niet de bedoeling om nu al 50 hectaren industrieterrein bouwrijp te maken en dan maar af te wachten of daarop ooit aanvragen voor vestigingen komen. Als het bestemmingsplan is goedgekeurd, dan kunnen van dat aantal 30 hectaren worden verkocht aan de waterleiding maatschappij. Het lid Makkihk wil niet verhelen te zeggen, dat de verkoop van deze grond een goede zaak voor de gemeente Zevenbergen zal zijn, te meer, omdat het hier gaat om een grondtransaktie naar een openbaar lichaam.

Raadsnotulen

Zevenbergen: 1930-1996 | 1975 | | pagina 122