ft
ft
118
Het college stelt, dat eerst de taken van de drie lagen duidelijk weer
gegeven moeten worden, voordat men een verantwoorde mening kan geven. Zij
vraagt zich daarbij wel af wat men dan nu opschiet met het geven van een
reactie. Haars inziens zou het beter zijn, als de gemeente nauwkeurig haar
wensen te kennen zou geven.
Het lid Gerla zegt alleen een stemverklaring te willen geven. Het hele
punt, zoals het college dat heeft omschreven, past in de filosofie, zoals
die op dit moment door de V.V.D. wordt uitgedragen. Zijn fractie gaat der
halve staan achter datgene, wat het college over deze materie gesteld heeft.
De voorzitter zegt in zijn antwoord, dat het college de gemeentesecre
taris heeft gevraagd deze materie nauwkeurig te willen volgen. Dat is ge
beurd. Daarom zou hij de secretaris willen verzoeken om hier op de gemaakte
opmerkingen namens het college in het kort te reageren. Als het lid Makkink
reageert op de wijze van behandeling in deze raad, zou de voorzitter deze
verwijten wel eerst willen doorgeven aan de minister. De termijnen, die de
minister geeft, zijn voor een dergelijke zaak geen termijnen meer. De gemeen
te Zevenbergen is niet in staat om hierop binnen de gestelde termijn verant
woord te reageren. Dit zal wel bij 800 van het totale aantal gemeenten zo
het geval zijn.
Het lid Makkink reageert hierop door te stellen, dat hij geen verwijten
heeft gemaakt aan het adres van het college met betrekking tot de termijnen.
Al meer dan 25 jaar is bekend, dat er een reorganisatie van bestuur op til
is. Deze regering heeft gezegd nog tijdens deze zittingsperiode die reorgani
satie van de grond te willen tillen. De vorige regeringen hebben die allemaal
laten liggen. Het verwijt mag dan ook niet aan deze regering gericht zijn,
maar aan de regeringen daarvoor. Men had zijns inziens minstens al een
zittingsperiode met een discussie over deze materie kunnen beginnen, ook al
zou dat op informele basis zijn gebeurd. De raad moet in deze ook de hand in
eigen boezem steken, daar dat ook per initiatief had gekund. Hij wil alleen
maar beweren, dat de meeste raden zich te laat op deze zaak zijn gaan
inspelen.
De voorzitter vraagt het lid Makkink over welk ontwerp de raad al
eerder had moeten gaan. discussiëren. Deze regering komt met een wetsontwerp,
waarbij zij 44 gewesten wil gaan invoeren (vierde bestuurslaag). Zij geeft
daarbij niet aan hoe zij de taken en bevoegdheden wil gaan verdelen over
rijk, provincies, gewesten en gemeenten. Terwijl op dat ontwerp nog gestudeerd
wordt, komt dezelfde regering al weer met een ander plan van 26 miniprovincies
Weg vierde bestuurslaag en verwijdering van het bestuur van de burgers, ter
wijl er daarenboven nauwelijks gelegenheid wordt geboden om dit nieuwe ontwerp
te bestuderen. Op dit belangrijke punt handelt zijns inziens deze regering
erg lichtvaardig.
Hierna wordt het woord gegeven aan de secretaris.
Deze stelt uit de woorden van het lid Makkink begrepen te hebben, dat
deze in grote lijnen het standpunt, dat het college eerder heeft ingenomen
en nog inneemt, kan ondersteunen, waarbij er steeds van werd uitgegaan, dat
het bestuur zo dicht mogelijk bij de bestuurden zou worden gebracht en dat
de bestuurlijke organisatie zo doorzichtig mogelijk moet zijné Vanuit die
optiek bezien moet men zoveel mogelijk bevoegdheden leggen bij dat bestuur,
dat zo dicht mogelijk bij de bestuurden staat, dus bij de gemeenten. De
bevoegdheden, die men persé niet bij de gemeenten kan onderbrengen, moeten
worden ondergebracht bij de provincies en die daar niet onder te brengen zijn,
moeten aan het rijk worden toebedacht.