.q urtx-r -vr
■'i.z' I
T'jlf
wr -• 'V-; !.:t
;.vr.rw1
•<y ■lis.hx. i
v;0'~éïv V)
~t93 J
r i;'j! lev 'to
r-;, n;.'»
'[f I' :\i"<V -
C
n'j
J {'Kh'f.
■ii
r lr! '-IriO:; .1"
103
16. Voorstel tot wijziging van de begrotingen
1975.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Hierna wordt informatief aan de orde gesteld een schets van het toe
komstige bestemmingsplan "Industrieterrein Roode Vaart Oost".
Door de heer van Kraaij wordt een korte toelichting gegeven aan de
hand van een tekening.
Het lid Schipper vraagt, waarom dit object niet op het industrieterrein
Moerdijk gerealiseerd wordt. Nu gaat er weer een 55-tal hectaren kostbare
landbouwgrond verloren. Als het dan toch persé op de gekozen plaats zou
moeten, waarom kan dan niet volstaan worden met de 30 hectaren, die voor het
basin en bebouwing nodig zijn? Nu heeft men nog eens 25 hectaren extra geno
men.
De voorzitter antwoordt, dat de plaatsbepaling in grote mate is geschied
door de provinciale planologische dienst.
Realisering op het industrieterrein Moerdijk is om meerdere redenen
minder aantrekkelijk. Deze transaktie met een dermate schoon bedrijf is
voor de gemeente financieel erg aantrekkelijk.
Desgevraagd gaat de secretaris in op de voorgeschiedenis, waarbij hij
onder andere wijst op de planning van dit industrieterrein vanaf de eerste
structuurplannen, het evaluatierapport van het E.T.I.N. over de industrie
terreinbehoefte in Noord-Brabant, het selectief te werk gaan bij de vesti
ging van industrieën op het industrieterrein Moerdijk, dit niet alleen met
betrekking tot de milieu-hygiënische en andere gevolgen, maar ook met betrek
king tot het feit, dat daar eigenlijk alleen industrieën zouden mogen worden
gevestigd, die specifiek aan diep vaarwater zouden moeten liggen. Het is
niet de bedoeling om uitverkoop te houden van de gronden op het industrie
terrein Moerdijk aan iedere gegadigde, die zich maar meldt,
Het lid mevrouw Krijnen-Boot zou graag zien, dat de overblijvende 25
hectaren tot een zo laat mogelijk stadium bij de landbouwers in gebruik
kunnen blijven.
De voorzitter antwoordt, dat nu weliswaar wordt gepraat over de bestem
ming, maar dat bij de .uitvoering zeker daarmede rekening zal worden gehouden.
Het lid Makkink stelt, dat de werkgelegenheid momenteel grote zorgen
baart. Werkgelegenheid biedt een waterverwerkend of waterwinnend bedrijf
niet. Hij geeft in overweging nader te bezien of op andere industrieterrei
nen in de omgeving deze waterfabriek mogelijk ook gevestigd zou kunnen wor
den. Dat de provinciale planologische dienst deze plaats uitgezocht zou
hebben, is geen zaligmakend argument. Dit kan hooguit een technische infor
matie zijn. De provinciale planologische dienst is een ambtelijk adviserende
instantie en geen volksvertegenwoordiging. Erg belangrijk voor hem is ook de
vraag, waar dit water voor nodig is. Op het industrieterrein Moerdijk is veel
proceswater nodig. Drinkwater is voor proceswater ongeschikt en derhalve
moet dit door de meeste bedrijven nog eens extra gezuiverd worden. Als men
een bedrijf binnenhaalt, dat nagenoeg uitsluitend bestemd is voor de in
dustrie, dan moet dat geschieden op terreinen, die daarvoor bestemd zijn en
op dit moment niet uitgegeven kunnen worden.
De voorzitter antwoordt, dat de weinig arbeidsplaatsen, die dit bedrijf
zal gaan bieden, juist een argument is om het niet te vestigen op het
industrieterrein Moerdijk.