77
Met instemming heeft spreker kennis genomen van de opmeiking van wethouder
Kamp, dat de gemeentelijke overheid zich niet moet mengen in het beleid van par
ticuliere stichtingen. De wethouder had zich die schone gedachte ook eigen moeten
maken op het moment, dat hij zijn voorstel deed met betrekking tot de vierde be
roepskracht van het Sociaal Kultureel Weik.
Spreker vindt het jammer, dat noch de Voorzitter, noch wethouder Kamp, gera-
geerd heeft op de toezeggingen, die zij het vorig jaar bij de algemene beschouwin
gen hebben gedaan. In september nog is beloofd, dat deze voor de Raad nog eens on
een rijtje gezet zouden worden. Als het vanavond weer dezelfde kant op zal gaan
en het alleen maar zal blijven bij vage toezeggingen, dan zal zijn fractie deze
keer tegen de begroting stemmen, iets wat anderen het vorig jaar deden.
Ter afsluiting van zijn betoog zou het lid van Engelen nog willen reageren
op opmerkingen van andere raadsleden.
Het lid Huijssoon heeft de vorige vergadering nogal fel gereageerd op de
nieuwe taakstelling c.q. openbaarheid van de commissies. Daarbij heeft hij zich
een beetje laten leiden door het voorbeeld van de behandeling van de vierde be
roepskracht van het Sociaal Kultureel Werk, aldus spreker.
Dit voorstel was in eerste instantie bevestigd door de commissie, terwijl later
een aantal raadsleden van gedachten veranderden. De hele benaderingswijze van het
lid Huijssoon is zijns inziens een pleidooi, dat men van dit type feitelijke
raadscommissies af moet. Als een commissie in een besloten vergadering met een
bepaald voorstel instemt en dat besluit daarna automatisch honoreert in een raads
vergadering, dan staat de democratie op een dood spoor. Bij hele hete hangijzers
zou het college dan alleen nog maar twee commissies bij elkaar hoeven te roepen
om die zaak er door te krijgen. Wil het college werken met commissies van advies
en bijstand aan Burgemeester en Wethouders, dan zullen die commissies een fase
eerder ingeschakeld moeten worden dan thans gebeurt. Bovendien zouden in die
commissies deskundigen van buiten de Raad zitting moeten hebben en geen raads
leden. Er zou dan een verbinding tot stand gebracht moeten worden tussen de Raad
en die commissies. Dergelijke commissies zouden gerust besloten mogen vergaderen.
De huidige commissies zijn gewoon ondingen. In 1970 werd dit door zijn fractie
reeds gesteld, het vorig jaar was iedereen deze mening al toegedaan, terwijl het
college vanavond zegt die zaak wel te willen gaan bestuderen, terwijl dit een jaar
geleden al is toegezegd* Deze commissies moeten zo snel mogelijk op de helling.
Wat de switch met betrekking tot de vierde beroepskracht van het Sociaal Kultureel
Werk betreft merkt spreker op, dat het wel eens mogelijk is, dat in de huidige
gang van zaken die commissie wel eens onvoldoende kan zijn voorgelicht.
Als men dan later beter ingelicht wordt, is het herzien van zijn standpunt een vol
maakt acceptabele en honorabele zaak, aldus het lid van Engelen.
Met betrekking tot de vraag van het lid Mevr.Krijnen-Boot om sprekers stand
punt inzake de boerderij Sneep nog eens uit de doeken te doen, zegt het lid van
Engelen nog dit.
Stedebouwkundig insteken van agrarisch groen in wijken is heel iets anders dan het
handhaven van een boerderij in een wijk. In bepaalde gevallen zou een boerderij
in een wijk zeker gehandhaafd kunnen blijven.
Dat zou het geval kunnen zijn bij een boerderij met een behoorlijke bedrijfsvoering
of in het geval van een kinderboerderij met een man, die verstand heeft van omgang
met kinderen en niet met een man, die bereid is die zaak louter commercieel te ex
ploiteren, los van ieder pedagogisch idee. Wil men in die zin een boerderij hand
haven dan is veel meer nodig dan een gebouw alleen. Wanneer men een kinderboerderij
wil handhaven moet men ook de budgettaire konsekwenties van zoiets nadrukkelijk
in gedachten nemen.